PapKent u die uitdrukking nog? Het is één van de tientallen uitdrukkingen met het woordje pap, die allemaal een heel verschillende overdrachtelijke betekenis hebben. Dit grote aantal in onze taal zegt iets over het belang van onze papcultuur. Pap is niet alleen van vroeger, toen het nog in een pot zat waar je met de vinger uit kon likken. Nee, pap is ook heel erg van nu, getuige de meterslange schappen met tientallen moderne varianten vla, roer, kefir, kwark, yoghurt en diverse andere toetjes in de supermarkten. De vraag “Of je pap lust” is er ook niet gemakkelijker op geworden. Ik zie in de super regelmatig langdurig aarzelende mensen wanhopig staan twijfelen over de schier onmogelijke vraag aan zichzelf welke pap ze die dag lusten. Volgens Doctorandus Zielknijper, een bekend zielkundige, komen in zijn praktijk steeds vaker klachten over keuzestress voor waarvoor zelfs een kalmerend prikje niet helpt. Het betreft een aandoening waarbij geen enkele zorg- of hulpverlener je kan ondersteunen en waarbij de informatie over hoeveelheid eiwit, vet en suiker ook helemaal geen steek helpt. Om over de vermeldingen op de verpakking “Puur, 100 % natuurvriendelijk, eco, biologisch, uit weiden met veel mals gras, bloemen en klaver", tot en met "ambachtelijk bereid", maar helemaal te zwijgen. Ook door het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid wordt vermeld dat chronische stress tegenwoordig zelfs bij kinderen volksvijand nummer één is. Zou het door de pap komen?


Toch gaat de uitdrukking “Of je pap lust” helemaal niet over de vraag naar je smaak. De uitdrukking bestaat immers ook in de vorm “Of je worst lust” en heeft dan precies dezelfde betekenis. Het gaat dan ook niet om pap of worst maar de uitdrukking is een geërgerde reactie op “Watte?” door iemand die doet alsof die doof is, maar gewoon geen aandacht heeft. Persoonlijk ken ik de uitdrukking vooral in de betekenis van een corrigerende opmerking van mijn moeder als ik “Hè? “zei in plaats van “Wat zegt u, moeder?”

Nu het “Watte?” en “Hè?” zijn vervangen door “Sorry?” en beleefdheid sowieso ouderwets is, zouden we de vraag “Of je pap lust” rustig kunnen vergeten. Maar ik bespeur toch een sterke opleving in een nieuwe betekenis. Ik heb zelfs de indruk dat de vraag over pap een samenwerkingsverband met die over worst is aangegaan en dat de nieuwe vraag luidt “Lust je pap of worst?”
Daarmee doel ik op een andere epidemie in de vorm van opiniepeilingen, interviews op straat met Jan Kadet en Marie Klapkar en discussies op de radio waaraan je kunt meedoen door in te bellen. Na het “Standpunt.nl” waarin zoveel mogelijk bellers in zo kort mogelijke tijd hun punt kunnen maken, is er nu ook dagelijks een twee uur durend programma “Spraakmakers” op de radio waarbij Ghislaine Plag iedereen met een mening aan het woord laat. Afgezien van de deskundige die wordt uitgenodigd, doet het er niet toe of de inbeller van het onderwerp verstand heeft, of er als ervaringsdeskundige toe doet. Het mediaforum en de mening van “de straat” lijken de belangrijkste bases te zijn geworden van moderne journalistiek. Het verschijnsel is wellicht een reactie op een eerdere trend in de journalistiek om voor elk onderwerp een lijstje deskundologen af te bellen, die in de geest van Oost-Europadeskundige Docter Clavan vaak niet verder komen dan het herhalen van de vraag met veel “enerzijds, anderzijds” eindigend in “meer onderzoek nodig”. Nee, Henk en Ingrid hebben nooit last van nuancering of onzekerheid. 


Op zich vind ik opiniepeilingen onder burgers prima als er aan een paar basisvoorwaarden wordt voldaan. Allereerst dienen de peilingen een aselecte steekproef te zijn en moet het resultaat statistisch getoetst worden op zekerheidsmarge, significantie en representativiteit. Dat zijn moeilijke woorden geef ik toe, maar bij Maurice de Hond lijkt dat meestal wel in goede handen. De tweede voorwaarde luidt dat de gepeilde mening slechts een persoonlijke smaak mag betreffen die geen specifieke voorkennis over het onderwerp vereist. Een opiniepeiling onder het volk is namelijk geen paneldiscussie tussen deskundigen. Dus als de vraag is: “Of je pap of worst lust?” vind ik zo’n opinie-onderzoek helemaal prima. Elke persoonlijke mening daarover is volstrekt legitiem. Maar daar gaan de meeste peilingen de fout in, want die vraag interesseert geen hond. Op de vraag: “Ben je vóór of tegen kernenergie?” of “Wil je liever een kernramp of een klimaatramp?” vind ik daarentegen elke mening die niet op kennis van zaken is gebaseerd, volkomen oninteressant. koeltorens


Ik wil niet beweren dat de journalistiek de vijand van het volk is, want dat is ook zo maar de mening van iemand die doorgaans niet weet waarover hij het heeft. Het eindeloze gegraai uit de grabbelton van meningen over allerhande uiterst gecompliceerde zaken mag van mij wel wat minder. 

 

PS Wilt u zich, anders dan door de autoritaire uitstraling van Thierry Baudet, beter voorbereiden op de vraag of u vóór of tegen kernenergie bent? Ga dan naar de nieuwsbrief Duurzaamnieuws.nl  

Dr. Anders