Terwijl na de enorme bosbranden in Siberië nu de Braziliaanse regenwouden met de hoogst denkbare schat aan biodiversiteit in brand staan, beleven we in ons koude kikkerlandje de derde hittegolf van het jaar. Uiteraard genieten wij volop van de warme avonden zonder muggen of uiltjes en motten rond de buitenlamp. Want behalve de bijen, zijn alle overige insecten ook griezelig afwezig. Een trend die ook al enige jaren te merken is aan de voorruit van de auto. Deze teloorgang van biodiversiteit schijnt geen invloed te hebben op onze feestvreugde en we BBQen er dan ook flink op los. In een poging een cateraar te vinden merkte ik dat ze allemaal volop bezet waren.
Volgens RTL-nieuws en de Volkskrant, bestaat er vanwege soja in het voedsel van onze veestapel een direct verband tussen de branden in de Amazone en onze extreme vleesconsumptie en nog extremere productie.
Nederland eet gemiddeld 77 kg vlees per persoon per jaar en dat is weliswaar minder dan de ruim 100 kg voor de inwoners van de VS, Australië of Argentinië, maar wel 10 keer zo veel als in Afrikaanse landen zoals Nigeria, Ethiopië of Rwanda. Bovendien exporteren we nog ter waarde van ongeveer €10 miljard per jaar waarmee we circa 100 miljoen andere mensen in circa 140 landen van vlees voorzien (COV.nl/sector in cijfers). Toch draagt onze veestapel slechts voor minder dan 5% bij aan de wereldwijde vraag naar sojaproducten waardoor de Braziliaan ertoe aangezet wordt om bossen te verbranden zodat daar soja verbouwd kan worden.
Onze vleesproductie brengt ook met zich mee dat er ondanks de gaswassers nogal wat ammoniak in de omgeving van onze veehouderijen vrijkomt die vroeg of laat weer ergens op de grond valt. Ammoniak is een vorm van Stikstof en wordt in de bodem door bacteriën omgezet tot Nitraat, een andere vorm van stikstof.
Als er geen feestje in de buurt is, gaan we wel met de auto naar een evenement ergens anders. Met zo’n duizend grote muziekfestivals per jaar, duizenden braderieën, jaarmarkten en optochten en niet te vergeten zo’n 17 miljoen verjaardagen en een autorace in Zandvoort is er keus genoeg. Het verkeer stoot via de uitlaatgassen ook stikstofverbindingen uit. In dit geval stikstofoxiden en ook die komen uiteindelijk op de grond en worden tot nitraat omgezet. Het nitraat spoelt uit naar het grondwater. Op 7 meter diepte onder mijn tuin waar al 30 jaar geen mest is gebruikt, bevat het grondwater desondanks 100 mg/l Nitraat, 2 keer de maximale waarde voor drinkwater.
Het totaal van al die neerdalende stikstofverbindingen wordt de stikstofdepositie genoemd. De Nederlandse stikstofdepositie is gemiddeld tussen de 20 en 24 kg/ha per jaar (RIVM Ontwikkeling in stikstofdepositie 2018) en is sinds de jaren ‘50 verdrievoudigd. Plaatselijk zijn er grote verschillen. De uitstoot blijft echter niet beperkt tot de wegen en de boerderij, maar bereikt ook natuurgebieden. Voor gebieden die door Europa de status van Natura2000 gebied hebben gekregen, geldt als norm een maximale stikstofdepositie tussen de 10 en 25 kg/ha/jaar. Deze maximale waarden zouden moeten worden gehandhaafd om de biodiversiteit te kunnen bewaren. Een recent onderzoek door Tobias Ceulemans en anderen van de Leuvense Universiteit toonde aan dat paddenstoelen en essentiële bodemschimmels die met bomen samenleven al verdwijnen bij meer dan 7 kg/ha/jaar, hetgeen verklaart waarom ik sinds 1967 geen Cantharellen meer in Nederland kan vinden (https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/geb.12994).
In het land van Maas en Waal met een relatief hoge dichtheid van veehouderijen is de invloed van de hoge stikstofdepositie heel goed te merken. Brandnetels en Bramen gaan overal domineren en als ze er eenmaal zijn, kom je er niet zomaar weer vanaf, want hun wortelstelsels zijn schier onuitroeibaar.
Het rijk heeft een programma ontwikkeld om de depositie te verlagen. (PAS, Programma Aanpak Stikstof Rijksoverheid 2017). De Raad van State heeft deze aanpak echter niet geaccepteerd en nu krijgen tal van uitbreidingsplannen geen vergunning meer. De kranten staan er vol van en het land is in rep en roer. Boeren en projectontwikkelaars staan weer eens recht tegenover de natuurbeschermers. LTO-Nederland opperde het idee om dan maar wat minder gebieden die status van Natura2000 gebied te geven en de Groene partijen pleiten juist voor minder veehouderijen en minder vleesconsumptie. Te midden van deze tegenstellingen hoor je dan dat de Nederlandse veehouder het meest efficiënt is van de hele wereld. Of dat, als wij het niet eten en produceren, een ander land het wel doet en dat gaat per kg vlees gepaard met veel meer vraag naar soja en nog veel meer uitstoot van ammoniak.
Wie het weet mag het zeggen en misschien kan onze hobbyboer hier zijn licht eens over laten schijnen.
Gelukkig heeft de gemeente Druten er iets anders op gevonden om de biodiversiteit te bevorderen. Op tal van plaatsen zijn dit jaar akkertjes gemaakt waarin bij-vriendelijke bloemen zijn uitgezaaid. Dat is vanwege de bonte kleuren van de exotische soorten een vrolijk gezicht, maar voor de insecten hoeven we het niet zo bont te maken. De meest voorkomende soorten in die mengsels zijn Wilde Peen en Pastinaak en die zijn eigenlijk de minst opvallende en bevorderen de grootste biodiversiteit van insecten.
De Wilde Peen heeft een scherm van kleine roomwitte bloempjes. Het samengestelde scherm ontvouwt zich in mei en vertoont fraai vertakte omwindselbladen. Heel opvallend is de “vlieg” die vaak in het midden van het scherm aanwezig lijkt. Dit is echter geen vlieg maar een enkel zwart tot paars gekleurd bloempje. Dit donkergekleurde bloempje zou de echte insecten aanlokken om daar ook neer te dalen en zich tegoed te doen aan de grote hoeveelheid stuifmeel en nectar. Het is zo’n wonderlijk verschijnsel dat men in de buurt van Kortrijk bij het Sint Godelieve Kraaikapelleke deze zwart-paarse bloempjes de naam Godelievebloemekens heeft gegeven.
Na de bloei vouwt het gehele samengestelde scherm weer samen tot een bolvormige kluwen waarin de zaadjes rijpen. Die kluwen lijkt ook wat op een vogelnestje, vandaar de streeknaam Vogelnest in Brabant en in het Hoogduits en Birds nest in het Engels. Die zaadjes rijpen in het vogelnestje en worden voorzien van haakvormige stekeltjes. Na rijping ontvouwt het nestje zich weer en komen de droge stekelige zaden vrij te liggen. Ze vallen bij de geringste aanraking af en blijven in de vacht of kleding van passanten hangen. Het volgend jaar zien we de wilde peen tot in de wijde omgeving van de moederplant.
De oranje gekleurde worteltjes zijn kweekvormen die omstreeks de 17e eeuw zijn ontstaan door geduldige selectie en verder kweken, maar de oorspronkelijke wilde oerpeen werd al meer dan 4000 jaar geleden door mensen gegeten. Er worden sinds jaar en dag veel heilzame eigenschappen aan de peen toegedicht. Zoals deze: “Met geelzucht moet men een peen uittrekken, erop plassen en dan de peen in de zon laten drogen. Als die verdroogd is verdwijnt ook de geelzucht.” Volgens een andere volkswijsheid bevordert het eten van de peen de bijslaap. Ik betwijfel of hier enig onderzoek naar gedaan is en zo ja, dan zou ik dat wel eens nader willen bestuderen. Het kan een zoveelste voorbeeld zijn van de zogenaamde signatuurleer. Dat is de leer dat het uiterlijk van de plant door een overeenkomst in vorm of kleur verwijst naar het orgaan waarvoor de plant heilzaam is.
Behalve de vorm van de wortel is er ook nog een andere verklaring voor de vermeende bevordering van bijslaap. Op de bloemen kunnen we vaak meerdere roodzwart gestreepte pyjamaschildwantsen aantreffen die het met elkaar doen. Die opgewonden standjes vertonen ze ook op de bloemen van de Pastinaak en de wortel daarvan is minstens even zinnenprikkelend. Dus, signatuurleer of niet, deze openbare aanstootgevende vertoning geeft wellicht geen PAS maar een beetje meer biodiversiteit is toch wel kei mòi wah?
Doctor Anders