In de donkere dagen voor Kerstmis is er te weinig daglicht om de somberte te bestrijden. Veel mensen klampen zich daarom vast aan kaarsjes, lampjes, lekker eten, veel drinken en gezelligheid. Het heeft mij nooit veel geholpen. Dat de dagen weer gaan lengen wil ik best vieren, maar ik heb er moeite mee als we onszelf voor de gek houden met een overmaat aan luxe, vuurwerk, glitter en kitsch alsof er geen narigheid in de wereld bestaat. Het werkt bij mij averechts, door die opgeklopte hype rond kerst en nieuwjaar gaat mijn aandacht juist uit naar al die ellende en voel ik me depressief. Bovendien, alle goedbedoelde sympathie met de verschoppelingen ten spijt, het helpt ook niet. Een jaar of dertig geleden zat ik zelf alleen in ’t Gruninger land met een stapel zorgen van hier tot gunter. Alsof het een bezweringsformule was, zeiden de goedbedoelende Groningers om mij heen tegen beter weten in: “t Kumt wel goud, mien jong.” Dat hielp geen ene zier. 

 

‘t Kwam weliswaar wel weer goed met mij, maar of dat door die bezweringen kwam? Da wit’k ôk nie. Intussen maak ik me opnieuw grote zorgen. Met mij gaat het dan wel goed maar Moeder aarde is doodziek omdat de mensheid bezig is haar met alle mooie plantjes en diertjes in rap tempo kapot te maken. 

kaarsHoewel ik veel mensen zie feestvieren, hoor ik vrijwel niemand meer die er op vertrouwt dat het wel goed komt. Daarom probeer ik dat mijzelf maar wijs te maken en lees ik dagelijks wat digitale nieuwsbrieven zoals Duurzaamnieuws.nl en Cleantechnica.com over de enorme technologische revolutie op het gebied van duurzaamheid. Dat biedt enige hoop, maar het lijkt een beetje op het branden van een kaarsje voor de zieke. 

 

Mensen zouden rationeel denkende wezens zijn, maar klampen zich desondanks al eeuwen lang op de gekste manieren vast aan een vertekend beeld van de werkelijkheid. Een prettig gevoel, al is het maar een idee, een pas geboren baby’tje, een bezweringsritueel of een verzachtend woord, verdringt het onaangename. Dat gaat soms heel ver. In diverse religies wordt geloofd dat, als je maar goed je best doet, er een prettig leven na de dood volgt. Ik dacht dat deze gedachte intussen een beetje door de wetenschap was achterhaald, maar nee, ze lijkt tegenwoordig zelfs nog te kunnen worden overtroffen. Als een reactie op de alarmerende bedreiging van ons voortbestaan hoor ik namelijk steeds vaker: “Nou en?” en “Is het uitsterven van de mens dan wel zo’n groot verlies? Omdat er immers, toen de dino’s, de ammonieten en de trilobieten de aarde verlieten er ook weer een mysterieus iets, na duizenden jaren niets, nieuw leven uit het oude blies”. 

 

Hoewel wetenschappelijk correct, put ik weinig hoop uit die gedachte. Moedertje aarde lijdt nu al veel pijn en wij en onze kinderen gaan die pijn ook heel sterk voelen. Daarom houd ik het maar bij de enige zekerheid die oorspronkelijk ten grondslag lag aan de naar mijn smaak volledig uit de hand gelopen feestvreugde dezer dagen:
“Ut het nog nooit nog, nooit zo denker west of ut wer altied wel weer licht” (Ede Staal, 1984)

 

Tip voor onder de kerstboom: Google eens met z’n allen naar Greta Thunberg COP 24  op YouTube

 

Doctor Anders