Tussen een zoektocht naar de laatste restjes natuur door de Noord Italiaanse Alpen en een bezoek aan Oerol op Terschelling kan ik in de Klep even mijn hart luchten. Rare uitdrukking overigens, want er is niks mis met m’n hart en lucht in mijn bloedpomp zou fataal zijn, maar dit terzijde.
Behalve naar restjes natuur was ik ook op zoek naar restjes stilte en dacht dat dit het beste gevonden kon worden in het vroege vakantieseizoen, als Italianen en Fransen en hun schreeuwende blagen nog geen vakantie hebben. Ik keek uit naar een periode zonder ronkende grasmaaiers en bladblazers om in stilte te kunnen knielen bij onnozele bloempjes die wij hier allang uitgeroeid hebben. Maar daarbij maakte ik een grote fout. Italianen zijn het luidruchtigste volk op aarde en de periode rond Pinksteren wordt tegenwoordig geterroriseerd door duizenden motorfietsers. Zij rijden in bosjes van 2 tot 10 en soms nog veel meer in lange slierten en in angstaanjagende uitdossingen. Mijn lichaam verstijft van kramp als ze voorbij gaan. Dat ligt geheel aan mij. Ik heb het van moeders kant meegekregen en minstens één broer en zus lijden er ook aan. Volgens een themanummer in Trouw, moet je hinderlijk lawaai maar in je hoofd omzetten naar prettig. Dat doen die motorrijders ook, maar ik kan het niet.
We zochten de kleinere wegen en de bergweggetjes met de haarspeldbochten, maar dat was helemaal fout. Voor motorrijders zijn die bochten en steile hellingen het summum van genot. Doodlopende weggetjes waar je aan het einde wild zou kunnen kamperen gaven wel rust, maar in Italië mag je niet wild kamperen en mijn vrouw wil graag een camping met een fris toilet, een warme douche en een slagboom tegen rovers, dieven en andere boze mannen. Deze dingen hebben wij dus niet aan boord. Belangrijk aspect is tegenwoordig ook een aansluiting op stroom zodat de boordaccu’s, maar vooral ook de smartphone- en de camera-accu’s weer opgeladen kunnen worden. Ja, ja dat soort dingen hebben wij allemaal wel aan boord, maar dat is nog helemaal niets vergeleken met de gemiddelde kampeerder van onze leeftijd. Zij reizen steeds vaker in campers van gigantische omvang voorzien van TV-antenneschotels, magnetron, oven, douchecabine en chemisch toilet, koelkast, en kachel plus een aangebouwd schuurtje voor de crossmotor, de tuinstoelen en de buitengril en een volautomatische hydraulische steunpoteninstallatie om waterpas te kunnen staan . In de vroege ochtend, rond een uur of negen, zie je dan de stinkendrijke gepensioneerde stakkerds met een soort rolkoffer vol met stront, (naar ik vermoed) en chemicaliën naar een losplaats wandelen. Dan heb ik eerlijk gezegd wat leedvermaak.
Alsof het noodlot mij zoekt, kwamen we deze keer middenin de route van de Giro d’Italia terecht. Dat is ons eerder overkomen met de Tour de France. Je wilt niet meemaken wat er dan met zo’n regio gebeurt. Lawaai, reclame en enorme drukte. Vaak staan de giga-campers met buikige sportliefhebbers al een week tevoren illegaal in de bermen geparkeerd om hun vedetten voorbij te kunnen zien komen. Wij hebben hem gezien, onze Tom, en we riepen nog “Hup Tom” maar net die dag verloor hij punten.
Een dag na de passage is de hele streek weer schoon en rustig. Nou ja, op de motorrijders na en de sportieve fietsers van een andere leeftijdscategorie, die zonder reclame, zonder reservefiets, zonder joelend publiek en met de nodige kilo’s ballast op buik en heupen, de meest fantastische individuele prestaties leveren. In een vlaag van jeugdige overmoed dacht ik dat ik dat ook zou kunnen, deed een poging om een stukje te fietsen, maar na enkele honderden meters moest ik afstappen en mijn fiets van Hollandse makelij, volgepakt met regenkleding, drinken en boterhammen voor onderweg naast me mee meetorsen. Een zinloos gevecht tegen twee vijanden, ouderdom en zwaartekracht.
Overigens hebben we ze wel gezien. De bloemetjes en in het bijzonder de wilde orchideetjes van een onvoorstelbare schoonheid, die iedereen over het hoofd ziet maar waar je bij nader inzien stil van wordt. Uiteraard zagen we de nog betrekkelijk algemeen voorkomende soorten, zoals Welriekende nachtorchis, Muggenorchis, Gevlekte orchis en Mannetjes orchis. De eerste verassing voor ons betrof het Vogelnestje (Neottia nidus-avis), een soort orchidee zonder bladgroen, die op het eerste gezicht lijkt op een Bremraap. Waarschijnlijk hebben we die altijd over het hoofd gezienmet de wortels van Berken of Beuken. De lichtbruine bloemen scheiden behalve een vettige substantie ook een geur af van dierlijke kadavers die bepaalde vliegen lokt. of waren we te laat in het seizoen. Deze orchidee parasiteert op een schimmel in de grond die weer samenleeft met de wortels van Berken of Beuken. De lichtbruine bloemen scheiden behalve een vettige substantie ook een geur af van dierlijke kadavers die bepaalde vliegen lokt.
Een tweede verassing voor ons was de Vliegenorchis (Ophrys insectifera). Dit bloemetje zou een fantastische imitatie van een vleesvlieg vormen en daarmee deze vlieg tot een schijnbare paring uit lokken teneinde stiekem een stuifmeelklomp op het hoofd te plakken om aan een andere bloem over te brengen. Het is intussen bekend dat de bloem met een specifieke geurstof vooral een bepaald soort mannelijke graafwesp lokt.
Een andere nieuweling voor ons was de breedbladige tongorchis (Serapias cordigera) waarvan we slechts één keer één exemplaar aantroffen en tenslotte raakten we in extase bij de vondst van het Venusschoentje (Cypripedium calceolus). Deze bloem lokt door middel van een voor ons niet waarneembare geur voornamelijk zandbijtjes in een val.
Ze glijden uit op een soort glijbaantje en komen in een bad met vocht (de gele schoenvormige lip). Als ze naar buiten proberen te kruipen kunnen ze alleen via een gangetje langs de meeldraden. Beladen met stuifmeel glijden ze bij een volgende bloem weer van zo’n glijbaan af en komen weer in een ander schoentje waar de stamper zich bevindt om met dat stuifmeel in contact te komen. Omdat het suikerhoudende vocht in de schoen na enige dagen in alcohol wordt omgezet, is herhaling van het bezoek verzekerd.
Al met al genoeg om even stil van te worden. Even maar, want we reizen gelijk door naar Oerol, een van de 1500 festivals in ons land waar de stilte vèr, heel vèr te zoeken zal zijn.
Doctor Anders