Kent u dat gevoel, dat iets dubbel voelt? Ik vind het een naar gevoel en een rare uitdrukking. Ons lijf zit immers vol met dubbele onderdelen, van handen en voeten, borsten en billen, tot ogen en oren, dus waarom zou iets dubbel voelen, of zelfs heel erg dubbel, dan niet pluis zijn ?
Het zit hem er waarschijnlijk in dat iets dubbel voelt als twee dingen strijdig met elkaar zijn, dat het contrast schuurt of dat er een heel schrijnend enerzijds, anderzijds is, of dat iets onwaarachtig overkomt.
Ik had zo’n dubbel gevoel in de afgelopen week tijdens ons jaarlijkse voorjaarsbezoek aan Zuid Limburg. Daar in het Eijsderbos en het Savelsbos, in het Geuldal en het Gerendal is de schoonheid van de ontluikende natuur ongekend. Tapijten met bloeiende Bosanemonen en in het Löss uitgeslepen dalen, die men daar grubben noemt, vol met bloeiend Daslook zijn in de rest van Nederland ondenkbaar. De ontluikende bladeren van Eik, Beuk, Haagbeuk, Iep, Esdoorn, Wilde Kers met alle tinten groen, niet in domme rijtjes maar door elkaar, laten nog net genoeg zonlicht door om zelfs de kleinste bloempjes zoals van het Muskuskruid te kunnen zien. Terwijl je daar de frisse boslucht inademt, worden de oren gestreeld met een orkest van Merel, Tuinfluiter, Zwartkopmees, Roodborst, Winterkoning en Fitis, zodat je je afvraagt hoe die vogeltjes er zelf nog wijs uit kunnen worden.
Maar het dubbele gevoel kwam door de dood die zich daar ook steeds duidelijker manifesteert. Reusachtige Eiken van meer dan 100 jaar oud liggen geveld door een storm kreunend en krakend te sterven. Kollossale Beuken missen dikke takken die zijn afgescheurd en het rottende hout van de Zoete Kers ligt overal verspreid. Het ergst van alles is echter de Essentaksterfte. Dit is een schimmelziekte die sinds 1992 uit Azië is ingevoerd en sinds 2010 in ons land oprukt en veel Essen doet bezwijken. Het ziekteverloop is slepend, begint bovenin de dunne twijgjes, maar de ellende verplaatst zich in verloop van een paar jaar naar de schors. Heel veel stammen vertonen dan afschuwelijke opengebarsten necrosen op de schors. Bij de Essen langs de Rulstraat in Megen kun je dit trouwens ook goed zien. Het voelt heel dubbel.
Maar de een zijn dood is de ander zijn brood. Op de dooie stobben ontstaat hier en daar een paddenstoel van een wonderbaarlijke schoonheid. Het is de Zadelzwam die vooral in begin mei op zijn mooist is. Dankzij de vele dooie Essen zien we de Zadelzwam steeds vaker. Ook dat voelt heel dubbel.
Wat ook heel dubbel voelt, zijn de vele akkers waar men alles met Glyfosaat heeft doodgespoten. Helaas windt men zich daar alleen over op als het in een drinkwater-beschermingsgebied gebeurt zoals bij de Scharenburg. Daar in Limburg grenzen die doodsakkers direct aan de fraaie hellingbossen, wachtend op de ploeg, de frees en de mest. Daarom kun je op de overgang van akker naar natuur de verloedering met Braam en Brandnetel als een gradiënt een tiental meters het bos in zien kruipen. Daar zijn geen sloten en een bufferzône zoals recent is voorgeschreven langs sloten, hoeft dus niet. Het voelt zo dubbel.
De vele kleine dorpjes zoals St. Geertruid, Gronsveld, Rijckholt, Eckelrade en Mheer zijn van oudsher befaamd vanwege de vele kleurige voortuintjes op een hellend talud langs de weg. Nergens vindt je zoveel kleuren Azalea’s, afgewisseld met gele Muurbloem en lichtpaarse Phloxen. Het was altijd een genoegen om daar langs te fietsen. Heel erg dubbel voelt het dan om te zien dat ook daar de kattenbak-voortuin de laatste jaren steeds verder oprukt. Wat bezielt de mensen om, net als in de rest van ons land, met worteldoek en grint in rechtlijnige segmenten of met gladgeschoren biljartlakentjes waar zelfs geen enkel meibloempje gedoogd wordt, elke vorm van biodiversiteit de kop in te drukken om symbolen van zielloosheid te creëren?
Eenmaal thuisgekomen keek ik naar een uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over de Sliptong. De sliptongvissers schrapen met kettingen over de bodem zodat alle leven in de sliblaag loskomt en in de sleepnetten daarachter wordt gevangen. De maaswijdte van 80 mm laat het kleinste grut wel door maar zeesterren, krabben en heel veel onverkoopbare vis blijft samen met de jonge exemplaren van de Tong achter. Deze laatste worden er met de hand uitgepakt en de rest gaat overboord. Gelukkig komen er windparken op zee, waar dit niet meer mag. Maar dat er voor elke gevangen sliptong tussen de 20 en 40 andere vissen als bijvangst dood overboord gezet worden, leidde bij mij tot een zodanig dubbel gevoel dat ik dat heerlijke visje niet meer op mijn bord wil.
Het zijn maar een paar voorbeelden van een dubbel gevoel. Het overkomt me steeds vaker. Van vlaggen die op 4 en 5 mei ondersteboven hangen tot brommers die tijdens de dodenherdenking de stilte doorbreken, het voelt allemaal heel erg dubbel. Maar het allerdubbelst voelt toch de rituele kroning van Charles met goud en edelstenen en God save the king, terwijl diezelfde God toestaat dat de rest van de mensheid de veel mooiere natuur naar de verdoemenis helpt.
Doctor Anders