Terwijl u dit leest, zijn de verkiezingen al voorbij. Ik kan u dus niet meer beïnvloeden. Het zou ook niet goed zijn om mijn mening via de Klep aan u op te dringen. Het staat me echter wel vrij om achteraf iets over de relevantie voor de Horssense situatie te zeggen.
De debatten tijdens de campagne gingen vooral over stikstof. Maar wat moet je als inwoner van Horssen nu in vredesnaam met stikstof? Wij hebben hier en daar wel geur van varkens, maar geur is niet hetzelfde als stikstof. Varkensgeur wordt maar zeer beperkt met speciale stalvloeren of gaswassers verminderd. Zelfs met een hele batterij speciale compostfilters is het effect beperkt. Anders dan ammoniak vormt varkensgeur geen bedreiging voor de natuur. Aan varkensgeur moet je maar gewoon wennen of ergens anders gaan wonen.
Horssense mensen hebben eigenlijk nog het meeste last van geur die er helemaal niet is. Door denkbeeldige geurcontouren rondom een geitenstal zonder geiten worden plannen voor woningbouw jarenlang geblokkeerd. Uitbreiding van varkensbedrijven nabij bestaande woningen kan daarentegen rekenen op volledige medewerking van de vergunningverlener. Geurcontouren gelden alleen voor nieuw te bouwen woningen.
Caroline van BBB heeft gelijk door te stellen dat je niet alle situaties over één kam mag scheren. Stikstof is in de wijde omgeving van Horssen geen probleem. Niet omdat we zo schoon zijn, maar omdat we helemaal geen natuur in en om Horssen meer hebben die daar nog last van heeft. De mest die over de graslanden en akkers wordt uitgereden stimuleert de groei van gras en mais en dat is precies wat we met z’n allen willen. Met de extra opbrengst groeien de beesten beter, zodat we heel goedkoop braadlapjes kunnen kopen en blijven BBQ en.
Die bemeste percelen, ook wel grasfalt genoemd, hebben niets, maar dan ook echt helemaal niets met natuurlijke biodiversiteit te maken. Die zal er ook nooit meer terugkomen. Zelfs als alle veebedrijven onmiddellijk uit Horssen zouden verdwijnen, en er niet meer wordt bemest, zal er in de eerste 25 jaar geen natuurlijke kruidenrijke vegetatie terugkeren. Ook als we de toplaag zouden afschrapen, zal dat niet gebeuren. Dat is een methode die in sommige gebieden in Nederland wel heeft gewerkt, maar de zandige grond in en om Horssen
droogt vanwege klimaatopwarming in de zomer veel te snel uit voor een soortenrijke vegetatie. Zou de grond worden bewaterd via een puls, komt daar grondwater met een heel hoog gehalte Nitraat op het land. In mijn perceel wordt al 25 jaar geen mest toegevoegd en het water uit de puls bevat nog steeds 100 mg Nitraat per liter (2 keer zo hoog als de norm ) en dat geldt voor al het grondwater in Horssen.
De landelijke discussie gaat eigenlijk over de keus tussen, mensen, woningen, wegen, goedkoop vlees en zuivel en natuur. We hebben van alles of te veel of te weinig en we moeten kiezen. De laatste jaren krijgt natuur meer aandacht. In de buurt van Natura 2000 gebieden hebben we daar last van want door de strenge stikstofnormen ter wille van die natuur, moeten de boeren daar weg en ligt daar de woningbouw stil. Voertuigen en machines nodig voor woningbouw stoten net als alle verkeerswegen ook stikstof uit. Volgens BBB is
het heel simpel: Verhoog de norm en alle problemen zijn opgelost.
Voor Horssen bevindt het dichtstbijzijnde beschermde natuurgebied met een Natura 2000 status zich buitendijks langs de Waal. Ook daar is stikstof in overvloed, die komt niet van onze boeren of van verkeer of woningbouw, maar uit het rivierwater en het slib na elke hoogwaterperiode. Extensieve begrazing zorgt er voor dat het gebied niet in korte tijd volledig dichtgroeit met wilg, populier en meidoorn. De brandnetel, de braam en de distels tieren daar welig, want die laten ze staan. Landschappelijk is het mooi en voor watervogels is het
er goed toeven. Ganzen en konijnen houden het gras kort en de vos houdt de konijnen in toom. Vrijwilligers rapen daar het zwerfvuil op. Ook de bever doet het daar sinds enige jaren uitstekend en we kunnen er op wachten tot daar de wolf zijn intrede doet. De discussie over stikstof is voor dit gebied totaal niet relevant. De enige vraag is wanneer we gaan besluiten het teveel aan beschermde diersoorten te gaan afschieten.
We zouden in en om Horssen wel natuur kunnen hebben langs de slootkanten en in de bermen. Afgezien van de depositie van stikstof vindt daar hooguit “verrijking” plaats door hondendrollen en plasjes die niet via het poepzakje in de hondenpoepemmer verdwijnen. Maar helaas zien we daar toch ook geen kruidenrijke vegetatie. De sloten worden jaarlijks geschoond door loonwerkers in opdracht van het waterschap, anders stagneert de afvoer. De stinkende drab blijft op de oever liggen rotten en daar vormt zich na enige jaren een stevig
wortelpakket van brandnetel met kikkerbloem of fluitenkruid. Het waterschap zegt dat het de taak van de gemeente is om die drab af te voeren, maar de gemeente doet dat niet, want dat kost geld. Ook het maaisel van bermen blijft liggen met ongeveer hetzelfde resultaat. Het zal voor de natuur in Horssen dus geen ene fluit of kruid uitmaken hoeveel boeren of beesten er verdwijnen zolang het beheer van slootkant en berm niet verandert. Maar bij deze verkiezing gaat het alleen over stikstof en boeren. Ook bij een verpletterende winst van BBB zal de varkensgeur blijven, zul je de geiten niet kunnen ruiken, geen woning kunnen bouwen en zal de natuur wegblijven. De gemeente zal de windmolens blijven weigeren en aansturen op verbreding van de Maas en Waalweg die 1000 keer zo veel lawaai produceert en het tekort aan schoon water zal erger worden.