In de Volkskrant van 11 december las ik een column van Sander Schimmelpenninck waarin ik de term roverheid tegenkwam. Het schijnt al een algemeen gebruikt begrip te zijn. Het is een vorm van woordspeling: de overheid rooft van haar burgers! Het was eerst een rijkeluiswoordje, dat vooral gebruikt werd door de belasting hatende proleten (bovenklasse), zo beweert Sander. Nu wordt de term meer en meer gebruikt door mensen die weinig tot niets bezitten en waar dus weinig van te roven valt. Nou heeft de belastingdienst wel een reputatie opgebouwd met de toeslagenaffaire. Een flink aantal gedupeerde ouders werd onterecht aangeslagen.
Schimmelpenninck probeert de vinger op de zere plek te leggen:
“Van een wereld waarin egoïstische pandjesmelkers worden bewonderd, terwijl ministers die nog geen twee ton verdienen wordt verweten ‘zakkenvullers’ te zijn. Maar ook een wereld waarin veel journalisten en politici zelf meewerken aan het beeld van een onbetrouwbare overheid, door scoringsdrift en onevenredig veel aandacht voor affaires en relletjes”.
Hij verwacht een kritischer houding van de journalistiek:
“Vanzelfsprekend hebben journalisten de plicht onze overheid kritisch te benaderen, maar de berichtgeving van sommige journalisten is dikwijls schadelijker voor het vertrouwen in onze overheid dan die misstanden zelf. Een goede journalist zou bovendien zeer voorzichtig moeten zijn met het veralgemeniseren van een misstand als symptomatisch voor de gehele overheid. Net zoals het terecht is dat krantenredacties reflecteren op hun volgzaamheid ten opzichte van de overheid in de coronacrisis, zou ook de verslaggeving rondom politieke affaires best eens kritisch geëvalueerd mogen worden”.
Daar heeft hij een punt. We rekenen eigenlijk van het journaille op enige vorm van objectiviteit. Daar is in de vele talkshows weinig van te merken. Deze shows én de deelnemende gasten willen scoren. Zo niet dan dalen de kijkcijfers en komt het programma in de gevarenzone. De gast met een prikkelende mening heeft de volgende uitnodiging al op zak.
De laatste twee jaar is er nogal kritiek geweest in de kranten en op tv op de covid ondersteuning van de overheid. In korte tijd is er een hulpprogramma in elkaar gespijkerd waardoor veel midden- en kleinbedrijven hebben kunnen overleven. Misschien wel te veel. Deze laatste twee jaar was het aantal faillissementen een stuk lager dan normaal. Logisch dat er wat dat betreft weer een natuurlijke selectie op gang komt.Zonder de overheidsondersteuning had het er voor de buurt- en dorpshuizen in Nederland niet best uitgezien. Hulde dus aan de overheid: landelijk, provinciaal en gemeentelijk!
Laten we in het nieuwe jaar ook de goede zaken benoemen. Het verdomde geklaag mag wel een onsje (kilootje) minder.
In hoeverre is het omgekeerde het geval : dat de burger op allerlei manieren van de overheid rooft?
Nu een kwestie iets dichter bij huis aanpak Altfortsestraat!
In de vorige Klep lees ik dat het laatste stuk van deze straat (van het centrum van Horssen uit gezien) “erbarmelijk slecht“ is. Dat is nog zwak uitgedrukt. Deze gatenkaas is niet mijn schuld als wandelaar of fietser. Het is een rustige straat, daarom passeer ik daar regelmatig.
Het opknappen ervan zal drie lagen asfalt gaan kosten tegen een bedrag van €200.000,-. De gemeenteraad moet nog een beslissing nemen.
- Zoek de oplossing niet in drie lagen asfalt, maar in de betonnen platen, die het betreffende bedrijf zelf op het eigen erf toepast. Geen oneffenheid te zien!
- Het is heel duidelijk wie deze ravage veroorzaakt. Het lijkt me logisch dat dit bedrijf een flink deel van de kosten van het opknappen voor haar rekening neemt.
- Beperk het tonnage wat van deze straat gebruik mag maken.
Misschien zijn er meer zorgelijke stukjes straat in Horssen waar we bovenstaande goed toe kunnen passen?
Is er een precedent op dit wegengebied? Heeft AH niet meebetaald aan de oplossing bij de Scharenburg? Kregen de klanten uit Horssen en Afferden als tegemoetkoming niet een eigen invoegstrook naar de winkel (klantenservice)! Zij hoefden dan niet een stukje verder te rijden over de rotonde?
De dorpskerstboom liet dit jaar lang op zich wachten. Spaar het milieu: volgend jaar alleen een “lampjesboom” om de vlaggenmast.
Goed uiteinde!
Onzenbroer