Inderdaad dat leuke meezing liedje van langer geleden: Mari-andelandelandel: wie schön bist Du an der Wandelwandelwandel…! Gelukkig zijn er nog heel wat Horssense mariandels die regelmatig vrolijk en wel ook door de Lindeboomstraat kuieren, dartele schoonheden en meer. 


Zelf lijk ik haast ook wel een geboren wandelaar en dus allerminst jogger. Als manneke, net verlost van de luier, wandelde ik handje in handje met mijn vader of zo door het stadspark van Sittard, majesteitelijk groenparadijs, en tot op vandaag blijf ik die geboren wandelaar ondanks dat mijn wandelradius hopelijk slechts tijdelijk is ingeperkt tot mijn geliefde en gelukkig voldoende grote bijzondere tuin. 


Het woord ‘wandelen’ drukt een bijzonderheid uit die het woord ‘lopen’ niet direct kent, namelijk iets terugkerend regelmatigs, iets iteratiefs, wat geleerder gezegd. ‘Lopen’ heeft dat kenmerk niet. Je kunt iemand toesnauwen: ‘loop naar de pomp’, maar we weten allemaal, denk ik, dat je in zulk geval gevraagd wordt om niet zwierig en wel maar recht toe recht aan naar een toegewenst eindpunt te lopen. 


Zouden er trouwens in ons dorp nog functionerende pompen bestaan? Je voelt al aan dat ik ‘nee’ ga zeggen. Vermoedelijk heb ik het bij het rechte eind. De Horssenaar die dat kan tegenspreken zal ik heel dankbaar zijn. Ik durf zelfs wat geld te spenderen aan een passend bordje bij zulke pomp die dat kleinood voor wandelaars op kaart brengt. ‘Pomp’ heb ik altijd een prachtwoord gevonden. Herinnert me aan mijn kindertijd in Sittard, ons voorouderlijk huis, waar mijn grootmoeder me altijd vertelde dat je op kerstavond geen water van onze pomp mocht drinken, want dat veranderde die avond in wijn, en op straffe van dood mocht je daar dan niet van drinken. 


Geen idee of zulke legende ook in ons dorp rondzwierf. Het zou me niet erg verbazen. Mensen, dus ook ik, genieten, zo niet zwelgen, in dergelijke heerlijke ‘zeiselen’ en ‘legenden’, beetje op z’n Vlaams gesproken. Op straffe van een oorvijg. 

 

Piet Vos