Virussen zijn nog wat gemener dan bacteriën. Ze groeien niet op eigen kracht maar infiltreren met hun RNA-code de eiwitfabriekjes in onze cellen zodat die geprogrammeerd worden om nieuwe virussen te maken. Antibiotica helpen daar niet tegen.

Het aantal virussoorten is enorm. Men schat dat alleen al in de groep zoogdieren zo’n 320.000 soorten voorkomen. Daarvan zijn er zeker 200 die ziekte bij de mens kunnen veroorzaken. Hun neiging om te veranderen is nog sterker dan bij bacteriën en daardoor kunnen ze vaak van de ene gastheersoort naar een andere overstappen. Dat is geen vooruit bedachte kwade opzet van schepper of duivel, maar niets anders dan toevallige variatie. Onze eigen menselijke evolutie via mutaties en selectie kan daar niet tegen op. Er zijn dan ook tientallen dodelijke virussen waartegen we helemaal geen afweer hebben. 

 

Maar we zijn niet helemaal kansloos in dat kat en muisspel. In de loop der evolutie heeft moedertje natuur een krachtig multipurpose immuunsysteem ontwikkeld. Dit afweersysteem is net als onze hersencellen in staat om heel snel nieuwe dingen te leren. Bepaalde cellen in ons lichaam herkennen een lichaamsvreemd eiwit en maken daar dan specifieke antistoffen tegen. Is de truc eenmaal geleerd dan blijft die lange tijd aanwezig in speciale cellen die liggen te slapen totdat ze weer gewekt worden om bij een volgende infectie met hetzelfde virus gelijk in gang gezet te worden. De nieuw aangeleerde afweer wordt helaas niet doorgegeven aan het nageslacht zodat nieuwe generaties het steeds opnieuw moeten leren. We kennen dit allemaal wel van de kinderziektes zoals waterpokken, rode hond, bof en mazelen die je een keer moet doormaken zodat je er de rest van het leven niet meer vatbaar voor bent. Juist daardoor kunnen we echter veel sneller steeds de actuele specifieke afweer ontwikkelen tegen de laatste nieuwkomers. 

 

Het immuunsysteem werkt niet voor alle virussen even goed en is bij de één beter ontwikkeld dan bij de ander. In de dierenwereld zou dit op den duur tot een selectie leiden waarbij alleen dieren met een krachtig immuunsysteem overblijven. Bij de evolutie van de circa 1400 verschillende vleermuissoorten gedurende de afgelopen 50 miljoen jaar is bij deze dieren een buitengewoon effectieve immuniteit tegen virussen ontstaan. Ze kunnen er goed mee leven zoals blijkt uit een onderzoek in een vleermuisgrot bij Wuhan, waar bijna 300 verschillende Coronavirussen in deze dieren zijn aangetroffen. Wij zijn nog lang niet zo ver.

In onze evolutionaire geschiedenis is al wel drastische selectie opgetreden, maar nog steeds sterft elk jaar nog een half miljoen mensen aan griep. Gedurende minstens vijf eeuwen stierven in Europa elk jaar ongeveer 400.000 mensen aan pokken en in Zuid Amerika stierf een heel volk bijna helemaal uit nadat Columbus en zijn trawanten in 1492 een tiental virussoorten die daar tot die tijd niet voorkwamen, had binnengebracht. Hetzelfde is ook in veel andere gebieden gebeurd door tientallen missionarissen die zieltjes kwamen winnen. Tip voor Jos Hermans: lees daar eens iets over, voordat je onzin uitkraamt. 

 

Maar wij mensen accepteren liever geen selectie van de zwakkeren. Erg consequent zijn we daar overigens niet in. Als het even kan, gebruiken we antibiotica tegen een bacteriële infectie en op anti-vaxxers na zien we virusziekten niet als een verdiende straf van God of als een complot van de farmaceutische industrie. We accepteren echter wel vuurwerk- en verkeersslachtoffers, we accepteren dat één op de twee rokers voortijdig aan kanker dood gaat, en een paar miljoen slachtoffers per jaar door uitlaatgassen van dieselmotoren vinden we geen probleem. Maar tegelijkertijd accepteren we zelfs bij zeer ernstige misvormingen geen kindersterfte en ook volledig demente bejaarden krijgen zomaar geen toestemming om te stoppen met leven. Met man en macht proberen wij het leven te verlengen en ziektes uit te bannen. Tot nu toe lukt dat dankzij de wetenschap en ondanks religieus of anderszins geïnspireerde waanideeën ook nog vrij aardig.

 

Al in 1796 is door de Britse arts Edward Jenner ontdekt dat het immuunsysteem van melkmeisjes als gevolg van besmetting met de koeienvariant van het pokkenvirus was getriggerd zodat zij de menselijke variant niet kregen. In 1823 werd vaccinatie tegen pokken verplicht en moest ieder kind het “pokkenbriefje” tonen om op school toegelaten te worden. Het was een geweldig succes, maar onder druk van orthodox protestantse kringen werd de verplichting in 1857 weer afgeschaft. De ziekte stak de kop weer op en in 1872 werd vaccinatie opnieuw een verplichting die opnieuw onder druk van orthodoxe kringen in 1876 weer werd ingetrokken. Sindsdien zijn veel andere ziekten ook bestreden door speciale vaccinatie programma’s, waarbij het virus eerst is verzwakt zodat we er niet aan onderdoor gaan maar wel het immuunsysteem wordt getriggerd om de specifieke antistoffen te maken. Wereldwijd worden daarmee jaarlijks vele miljoenen mensenlevens gered en daarmee is biologische selectie weer wat verder uitgeschakeld. 

 

Sommige virussen zoals het griepvirus kunnen zich echter zo snel veranderen dat ons afweersysteem elk jaar opnieuw de truc moet leren. Als we het kat-en-muisspel willen winnen, moeten we niet alleen steeds nieuwe vaccins zien te ontwikkelen maar ook de kans op de evolutie van nieuwe stammen met vervelende mutaties zien te verkleinen. In het ideale geval zouden we een vervelend virus of bacterie eigenlijk volledig moeten uitroeien. Voor de pestbacterie, waaraan in de middeleeuwen nog 30% van de Europese bevolking overleed en voor de pokken- en poliovirussen is dat al bijna gelukt. Volledig uitroeien lukt echter maar zelden en in veel gevallen creëren we slechts een sterkere selectiedruk waarmee een nieuwe variant uit de tent gelokt wordt.

Om toch te zorgen dat nieuwe varianten minder kans krijgen is het belangrijk dat we het aantal dragers met het virus beperken en zorgen dat het niet te gemakkelijk van de ene mens naar de andere kan overspringen. Thuisblijven, handen wassen, afstand houden, niet vergaderen, niet zingen, niet niezen en niet hoesten en de juiste mondkapjes op de juiste plaats dragen helpt daarbij. Tenminste, als iedereen dat zou doen. Er zullen echter altijd mazen in het net blijven. Bij mazelen bijvoorbeeld zijn die maatregelen volstrekt niet afdoende en moeten we zorgen dat minstens 95 % van de bevolking er tegen ingeënt is. Vaccinatie tegen mazelen startte in 1963 in bijna de hele wereld, omstreeks 2000 dacht men dat het virus was uitgeroeid en sinds 2010 zijn enkele tientallen landen met vaccinatie gestopt. Helaas zien we weer een enorme stijging van het aantal uitbraken, met ruim 200.000 doden in 2019. 

 

We zijn nu begonnen met vaccinatie tegen het Coronavirus. Sinds de sprong van Covid19 van dieren op mensen ruim een jaar geleden zijn er al minstens enkele tientallen nieuwe mutaties waargenomen. Eén variant vestigde zich met succes onder de nertsen. Een Zuid-Afrikaanse variant is notabene ook al in Finland aangetroffen. Een Britse variant blijkt zich veel sneller te verspreiden en woekert voort met ruim 60.000 nieuwe besmettingen per dag (in het VK). Het virus is dus zeer veranderlijk en als we het de kans geven komt er vroeg of laat weer een nieuwe variant die nog gemener is dan de voorgangers. Maar bieden we die kans? 

 

Enerzijds is de nieuwe generatie mRNA vaccins een enorme verbetering, waardoor we veel sneller op nieuwe virusmutaties kunnen inspelen. Anderzijds is het halve, hele of intelligente lockdown-beleid volstrekt onvoldoende gebleken en blijft het aantal nieuwe besmettingen te hoog.

In Europa is nu ongeveer 5 % van de bevolking besmet geraakt en daarvan is ongeveer 2 % ernstig ziek geworden, langdurig ziek of zelfs overleden. Het normale sterftecijfer van 0,75 % op de totale bevolking is met 0,1 à 0,2 % toegenomen en het nog veel grotere aantal ziekenhuisopnames in de meest getroffen landen is dramatisch. Om de ergste ellende te beperken zonder de economie te veel te schaden, probeert men in een soort spagaat de kool en de geit te sparen. Dat is tot nu toe voor geen van beiden gelukt. Het aantal doden per dag is er waarschijnlijk wel iets mee beperkt, maar tegelijk hebben we het ontstaan van groepsimmuniteit sterk vertraagd en woekert de pandemie vele dagen langer voort. 

 

We verwachten nu veel van vaccinatie, maar net als bij lockdown verwachten we misschien wel iets te veel. Als een groot deel van de wereldbevolking niet meedoet omdat zij er het geld niet voor hebben, of een groot aantal anti-vaxxers uit principiële overwegingen of uit angst voor het onbekende weigert mee te doen, of omdat het nog een half jaar duurt voordat we een redelijk percentage van de bevolking hebben geprikt, houden we in de zijvleugel van het virus-restaurant toch nog een gedekte tafel open voor nieuwe varianten. Met een verplichte vaccinatie en een stempel in het paspoort zonder welke we niet kunnen vliegen, dus niet op vakantie kunnen naar de ski-oorden en niet naar Ibiza, Bonaire of Bali en geen toegang krijgen tot café, crêche, school of voetbalstadion, zouden we er misschien ooit een keer helemaal klaar mee zijn. Maar gezien onze bijna religieuze verering van privacy en individuele vrijheid en de vele viruswaanzinnigen, zie ik dat nog niet zo snel gebeuren. 

 

De wedstrijd tussen het virus en de wetenschap binnen de farmaceutische industrie lijkt in eerste instantie gewonnen, die tussen virus en gezond verstand nog lang niet. Juist daardoor zou deze Tom en Jerry film nog wel eens even door kunnen gaan. 


PS. Voor wie meer wil weten over de Corona vaccins en de discussie tussen anti-vaxxers en wetenschappers wil volgen, ga dan naar de site van Nemo Kennislink

Wil je alles over het Coronavirus weten, ga dan naar: duurzaamnieuws.nl .

 

Doctor Anders