Laatst zag ik tijdens een fietstochtje iets heel bijzonders. “Kijk een taille” zei ik tegen mijn vrouw. Een taille? zult u vragen, wat is dat dan? Het is het Franse woord voor “insnoering” en komt uit de tijd toen er nog heel veel tailles waren en als statussymbool soms ook nog kunstmatig versterkt werden door het dragen van een strak korset of het wegnemen van de zwevende ribben. Het was ook de tijd dat de Fransen het hier voor het zeggen hadden en wij behalve hun gebruiken ook veel van hun woorden overnamen. De taille lijkt nu echter zo goed als uitgestorven. Lijkt, want in werkelijkheid is de taille slechts verhuld achter de zogenaamde “love handles”. De wat? Ja dat is dan weer Engels en komt uit de tijd dat we door de Amerikanen gedomineerd werden. Dat is helaas nog steeds zo en behalve dat de love handles alsmaar in omvang en aantal toenemen, nemen ook de Engelse woorden in onze taal alsmaar toe en nemen we ook de meest afgrijselijke gebruiken van hen over. Het nabootsen van de “baas” is van alle tijden en een vorm van onderwerping, maar ook een manier voor het klootjesvolk om een hogere status te veinzen.
Het is jammer, want ik keek altijd met enig genoegen naar een fraaie taille. Is dat seksistisch en dus taboe in deze “me too” tijd? Zal wel. In ieder geval is de taille vrouwelijk want de meeste mannen hebben er geen. Dat komt enerzijds door meer spieren op die plek in combinatie met smallere heupen en een kleinere kont bij mannen, waardoor de contrastwerking wegvalt. Anderzijds doordat de vrouwelijke insnoering ontstaat rondom een loze ruimte. Mooi woord trouwens “loos”. Het heeft vele betekenissen, maar in dit geval niet die van “ondeugend” zoals in het versje uit 1775: “Daar was eens een meisje loos die wou gaan varen”. Ook niet in de zin van “nutteloos” want deze loze (lege) ruimte achter de taille heeft een duidelijke functie als opgroeiplaats voor baby’s. Eigenlijk moet ik zeggen embryo’s als het nog heel klein is en vanaf negen weken moet je foetus zeggen en is het pas een baby na het verlaten van de baarmoeder. Vreemd dat in deze reeks Latijnse woorden gebruikt worden gevolgd door zo’n typisch Nederlands woord als baarmoeder. Nog vreemder is het volstrekt onjuiste gebruik van het woord “vrucht” door met name artsen die toch juist graag medisch jargon vanuit het Latijn en Grieks bezigen. Het woord baby is overigens een onomatopee en dat is oud Grieks voor “naamgeving” via klanknabootsing. Baby, babe of babus lijkt op het brabbelen van de zuigeling. Het is net zoals de auto een toet toet, de kip een tok tok genoemd wordt.
Terug naar de love handles. Dat is pas echt seksistisch. Hoe moet ik me het gebruik voorstellen? In de missionarishouding of “op z’n hondjes”. Weer zo’n vreemde vermenging van deftig en vulgair in onze taal. De begeesterde zendelingen zouden de houding uiteraard niet zelf hebben gebezigd, maar de meer gebruikelijke houding onder de inheemse volken te dierlijk hebben gevonden. Het propageren van de missionarishouding was onderdeel van hun verkondiging.
Afgezien van het verschil tussen man en vrouw heeft de taille ook nog een andere biologische signaalfunctie. De duidelijke taille valt normaal gesproken, dus voordat we collectief door bier, patat en chips ernstig misvormd waren, samen met de meest veelbelovende leeftijd van een jonge vrouw. Dat veelbelovende geldt natuurlijk voor mannen die er vanwege hun ontluikende hormonale geaardheid op uit zijn die leegtes te vullen met een rijke kinderschare. Je zou het een signaal voor jong en rijp kunnen noemen maar dat klinkt weer te dierlijk en in deftige bewoording zeggen we dan adolescent.
Met taal kun je boodschappen versterken, vieze dingen netjes zeggen en ook de meest botte werkelijkheid verzachten. Ontlasting is minder vies dan stront. Dood gaan wordt minder erg als het “hemelen” genoemd wordt. Eenzame opsluiting klinkt minder wreed als we spreken over “lock down in verzorgings- en verpleeghuizen”. We houden elkaar graag voor de gek. Behalve met taal kunnen we boodschappen ook versterken of verzwakken met een keur aan lichamelijke signalen. Denk aan de schalkse blik of het heupwiegen, de rode lippenstift, de oogschaduw en de hoge hakken. Het zijn allemaal signalen dat er iets loos is bij de meisjes en nu vooral in de zin dat er iets ontbreekt aan de ware schoonheid.
De biologische signaalfunctie van de taille komt overigens uit de oertijd toen alles anders was. Het past al lang niet meer bij de ambities van de moderne jonge vrouw. Die wil tegenwoordig pas moeder worden als het bijna te laat is en de taille is verdwenen. De geneugten van het voorspel en de bijslaap daarentegen worden tegenwoordig al tijdens de pubertijd in ruime mate gretig geconsumeerd. Het is al lang niet meer nodig om daarvoor als loos meisje een matrozenpakje aan te trekken en te gaan varen. De love handles zijn dus geen zwembandjes, maar hebben een eigen signaalfunctie. Het uiterlijk van de jonge vrouw volgt dus min of meer de veranderingen in onze sociale cultuur. Deze volgzaamheid moet echter niet opgevat worden als kwetsend symbool voor het feminisme, zoals zwarte piet dat zou zijn voor het racisme. Er is niks loos mee.