Toen ik op de bewaarschool zat leerde ik natuurlijk net als alle andere peuters ook liedjes zingen. Een van de leukste vond ik dat wat de titel is van dit Klepstukje. Mysterieus vond ik wat die mij onbekende vogel -hij kwam niet voor in het Sittardse waar ik in opgroeide- te klepperen had. Was hij de aartsvader van de oprichter van onze dorpskrant? Ja, denk ik achteraf. Als misdienaartje heb ik destijds ook heel wat afgeklepperd. Met een ratelaar. In de kerk tijdens de vastentijd vooraf aan Pasen. Dan mocht er niet gescheld worden. De communie werd door ons misdienaartjes aangekondigd middels het geklepper van de houten ratelaar. Een soort klepperaar. Jongens en meisjes, wie van jullie weet nog wat dat is? Ik durf te zeggen: niemand. Zo lang geleden, voorbij.


Maar, al wat jaren terug, heb ik eindelijk eens de uiver, want zo heet de ooievaar ook, horen klepperen. In een tamelijk ongerept drassig laaglandgebied in de Elzas, niet ver van de machtige grensrivier de Rijn. Wat klonk dat grappig, klikklak achtig. En wat een mooie vogel. Gelukkig sinds enkele jaren ook in onze streek weer terug van weggeweest. Net als de zilverreiger. Wat een feest! Nu nog de kwartels en de patrijzen terug. Is moeilijk. Maar met steun van z'n allen, boeren voorop, gaat dat weer lukken.

Weg met roekeloos en duur onkruiden spuiten. Weer hazen, muizen en kievitten kans van leven geven. Dus ook vlinders, motten, bijen, en die prachtige zwanebloemen in sloten naast plompen. Pinksterbloemen en madelieven: help ons die weer terug te laten komen, zij en wij verdienen het!  


Ik ben een geboren landmannetje, ter wereld gebracht op een prachtige mergelboerderij ten zuiden van Mestreech al waar nog steeds bekoorlijke natuur en akkerbouw te bewonderen valt. Wie van ons kent de kostelijke koolsoort 'Sjelk', vanouds aangeplant in zuidelijke akkergrond van Mestreech? Heerlijkst! Wie van ons proefde ooit de sappige prei van diezelfde zuidelijke vruchtbare gronden, bemest, ik geef het toe, met de rijke rioolmest , stront, kortgezegd, van de riolen van de stadse Mestreechteneren?


Langst leve de kringloop, waar ik zelf ook graag deel van uitmaak. Niemand is uniek, Ieder en elk iets kan overgaan in een nieuw leven, tot meerdere glorie van het daarop volgende, niet dan?


Piet Vos