Behalve natuurlijk boeren heb je van oudsher in veel dorpen, dus ook in Horssen, wel minstens een iemand die zich timmerman mag noemen (en nog wel meer zoals ik dadelijk zal duidelijk maken). Ik doel op een nog jeugdige man die via zijn grootvader en later zijn vader uiteindelijk al weer vele decennia van timmeren, zagen en al wat daar bij hoort op de Rijdt een klein familiebedrijf voortzet. Ook al hangt er aan het pand geen reclamebord of zo: vermoedelijk kennen de meesten van ons wel die knus-ambachtelijke werkplaats achter het aan de Rijdt gelegen oude woonhuis. Daar heerst geen achterdocht tegen een vijandige wereld van boeven en zo: de deur staat er al zo lang als ik er wel eens moet zijn open.
Je ruikt er de houtsoorten die Pieter nodig heeft en ziet soms mistige stofwolkjes vanuit de zagerij rondzweven. Heerlijk, die niet zelden harsige geur, vooral van naaldhout. In de ruimte klinkt het natuurlijk gedempt.
Pieters ouders kwamen van over de Maas, kort gezegd (zijn moeder trouwens niet, want uit Altforst), en streken hier met plezier neer. Werden Horssenaren. Zo loopt en gaat dat. Er werd een soliede timmerbedrijf opgezet, klandizies in het Maas & Waalse, met uitschieters naar verdere gebieden. Dat komt ervan als je kwaliteitswerk levert op allerlei gebied van houtbewerking. En laat ik er maar gelijk aan toevoegen dat Pieter ook een schrijnewerker en artistiek begaafde man werd.
Hij liet me een prachtige tekening zien die in de woonkamer van moeder Gretha en Pieter hangt: griezelig fotografisch echt tafereeltje van ons dorp, gezien vanaf wanneer je vanaf het protestantse kerkhofje weer het dorp in wandelt: alle drie de kerken van ons dorp bij elkaar pronkend!
Even korte positieve verzuchting: wat is Horssen toch rijk aan kunstenaars en eendere bevlogen en creatieve mensen! Vlak bij Pieter de schilder Jan de kapper, zoals wij, Horssenaren hem kennen. Iets verder Peter Kuipers met een onwaarschijnlijke kunstcollectie, en, nog wat verder weg, Anne van der Heyde en weer wat verder daar vandaan Cockie vd Gijzel. De schrijver van dit stukje was als kleuter begenadigd tekenaar maar verloor die aanleg later. Om ingerolen te worden voor piano spelen, kortweg gezegd.
En dus kom ik nu terecht weer terug op Pieter: schitterend zijn tekenbegaafdheid nog eens herhaald. Pieter durf ik, net als zijn vitale en gemoedelijke moeder, mogelijke schutspatronen van ons dorp te noemen. Bij hen weet ik me thuis. Kan ik gemakkelijk altijd weer binnen lopen. Prachtig en gemakkelijk toch? Valt altijd wel iets te bespreken of te bepraten. Pieters moeder, de zo sympathieke ‘nonentaire’, wens ik een nog heel lang jong en gezond durend leven ver voorbij de negenennegentig! En moge Pieter nog vele plankieren en dergelijke voor klanten uit de wijde omgeving afleveren: hij kan dat als de beste, geen twijfel aan.
Piet Vos