Afgelopen weekend zat ik bij toneelgroep Horssen in de zaal. Onvoorbereid en geen idee wat me te wachten stond. Meestal zetten ze een dolkomisch stuk op de planken dus ik liet me maar verrassen. Nou verrassend was het. Wie verwacht er nu een welkomstwoordje van een dode? Een deftig landhuis met een bejaarde nukkige huishoudster straalde één en al rust uit. Totdat, … nee ik mag het niet verklappen, maar je schrikt je dood. Langzaam maar zeker verschijnen er meer erfgenamen van de oude overleden landheer alsook de notaris en een taxateur. Het draait allemaal om het testament. Wat zou er in staan? Beide nichten en de neef blijken erg uit elkaar gegroeid. De één hogerop, de ander aan lager wal en de derde was heel lang in het buitenland geweest. Erg hartelijk waren ze niet voor elkaar en dat werd nog erger toen de inhoud van het testament bekend was geworden. De manier waarop dit gebeurde was heel bijzonder. De oude heer had een filmpje opgenomen met zijn laatste woorden en wensen. Daarna neemt de spanning toe en ook de verwarring. Er blijkt een waardevol juweel in de erfenis dat hebzucht opwekt. Verder kan ik eigenlijk niks anders verklappen dan dat er in deze thriller niet alleen bloed vloeit maar ook dooien vallen. Maar wie zit er achter?. Wie speelt onder één hoedje met wie en wie is te vertrouwen en wie niet?
Mijn commentaar over het spel zou ik kunnen samenvatten met “Over de doden niets dan goeds.” Het beperkte rolletje dat Henk van Brakel speelt, heeft hij helemaal zelf geregisseerd en was geweldig. Stieni van Beuningen schrijdt als een naar oud mens over het toneel met een geheimzinnigheid die nieuwsgierig maakt en ze vertoont onhebbelijkheden jegens haar gasten die haar niet bepaald sympathiek maken. Geleidelijk aan wordt ze ondanks haar koelbloedige en zelfs kille imago, feller en angstaanjagender. Haar tegenspeelster Angélique van Kruijsbergen speelt heel knap het onnozele nichtje. Met weinig tekst weet ze des te meer te zeggen met gezichtsuitdrukkingen, maar ze weet ook heel veel te verbergen. Erna Steeg kennen we natuurlijk al van tientallen grote rollen. Ze zet dit keer met zoveel overtuiging een door en door slecht mens neer, dat je je afvraagt, hoe kan ze dat? Zo vuil en vilein is echt knap. Begeleid door Werner van de Geijn als bewaker vormen ze een onafscheidelijk duo, waarbij de bewaker ondanks de voortdurende beledigingen keurig in z’n rol blijft.
Marcel van den Dobbelsteen was de geleerde neef van de familie en hield zich beschaafd en gedeisd. Robert Blommers hebben we vorig jaar al in een bijrol gezien en had nu meer te vertellen. Zijn hebberige vingers en de vlammetjes in zijn ogen spraken boekdelen en dat bleek te kloppen. Ergens in het stuk komt Esther van de Pol als een duveltje uit een doosje. Het karakter dat zij speelt, spoort helemaal niet met de deftigheid van de familie, maar in een conflict met de kwaadaardige nicht komt ze heel goed uit de verf. Het personage is wel handig om wat helderheid te verschaffen over wat er allemaal achter de schermen in dit landhuis gebeurt.
De twee nieuwkomers in het toneelgezelschap zijn Nico en Ellen van Rijn. Een aanwinst voor de club. Nico moest als stijve en houterige notaris onkreukbaar blijven, maar wel steeds nerveuzer en dat ging hem heel goed af, maar Ellen kreeg een rol om zich helemaal in uit te leven en dat is natuurlijk heerlijk en des te leuker als het dan zo fantastisch goed lukt.
Al met al een spannend en verrassend stuk. Regisseuse Ilse Schaminée heeft er behoorlijk aan gesleuteld om het wat korter te maken en daardoor meer actie in korte tijd te krijgen. Voor zover de spelers nog regie nodig hadden heeft ze dat prima geleverd en wat Ilse betreft blijft ze nog wat langer voor dit gezelschap regisseren, want “deze toneelgroep is wel een heel erg warm nest”.
Ik kan iedereen aanbevelen komend weekend te gaan kijken, maar misschien is het wel verstandig even een kogelvrij vest aan te trekken.
Doctor Anders