Ik ben Linde, 26 jaar oud, en mijn jarenlange vrijwilligerswerk voor Chikara bracht me twee jaar naar Siem Reap, Cambodja. Nu ben ik terug in Nederland. Deze overgang biedt een unieke kans om beide landen te vergelijken: wat kunnen we van elkaar leren, waarin blinken we uit en waar liggen onbenutte kansen? Of is het stiekem een persoonlijke zoektocht welk van deze twee werelden nu beter bij mij past…
Een van onze partners is Stichting Twentse Waterpompen Cambodja (STWC). Zij plaatsen waterpompen in dezelfde omgeving als waar Chikara actief is. Ik had het geluk een keer met ‘de mannen van de waterpompen’ mee te mogen voor de controle van net geplaatste waterpompen. Hier zag ik hoe een mevrouw water pompte uit de grond om een grote ton te vullen. Vervolgens vulde ze een emmertje met water uit de grote ton, ze goot een paar emmertjes over haar lijf, even insoppen en weer afspoelen met een paar emmertjes water. Geen warm bad. Soms zelfs geen sop. Voor de Chikara studenten is het niet anders.
Twee jaar was ik niet in de gelegenheid om een heerlijk warm bad te nemen. Simpelweg omdat ik geen bad had in mijn appartement in Cambodja. En daarbij verlang je ook veel minder naar een warm bad als het continu warm is. De keren dat ik even terug was in Nederland is het er gewoon niet van gekomen. Twee jaar heb ik er naar uit gekeken om ultiem te genieten van een warm bad, zoals ik dat voorheen zo lekker kon.
Het was een uitgelezen moment voor wat me-time. Ik was nog geen drie weken thuis, maar al vier verstandskiezen lichter, daardoor ook vier kilo, nog niet kunnen werken dus geen dagbesteding, en daardoor wel meer dan vier mentale dipjes rijker. Ten slotte moest ik ook nog wennen aan de kou. Ja, tijd voor een heerlijk warm bad.
Ik had het bad half vol laten lopen en badschuim toegevoegd toen ik er in ging zitten. Ik was van plan optimaal te gaan relaxen, maar ik werd (niet letterlijk) overspoeld met zorgwekkende gedachten:
Hoeveel liter gaat er eigenlijk in dit bad? Het is nog lang niet vol. Moet ik de kraan dichtdraaien? Dan heb ik het alsnog koud. Ach, de textielindustrie vervuilt veel meer water door verven, daar heb ik verschillende stukken over geschreven, deze paar liter boeien echt niet. Het is overigens winter, geen zomer, waarin ze oproepen om zuinig te zijn wegens droogte en watertekort, ook in Nederland. Anderzijds is het wel gewoon drinkwater. Wat ga ik eigenlijk doen met al dit water? Ik drink het niet op. Het gaat gewoon door het putje en dan is het weg. Ik spoel er de wc nog niet eens mee door. Die technieken zijn er wel, maar financieel aanzienlijk minder aantrekkelijk dan douchen, badderen en doorspoelen met drinkwater. Weet de gemiddelde Nederlander dat eigenlijk wel? Dat ook wij te maken krijgen met (drink)watertekort en dat de technieken er wel zijn om het anders te doen? Mijn vriendinnen waarschijnlijk niet. En zouden ze dat in andere landen weten? Dat Nederlanders dat zo doen? Terwijl zij dagelijks dealen met een tekort aan (drink)water? ‘Schaam je!’, zouden ze zeggen. En terecht.
(plaatje uit Freepick)
Dus daar lag ik dan, niet met vliegschaamte, maar met badderschaamte. Ondergedompeld in een nostalgisch gevoel naar onbezorgd genieten in bad dat ik kende van voordat ik in Cambodja had gewoond. En een postalgisch gevoel (tegenovergestelde van nostalgisch: verlangen naar een paradijselijke toekomst) naar de Nederlandse manier van watergebruik, want dat moeten we toch beter gaan doen.
Meer lezen: Chikara Cambodia / Educate for a cleaner world