NevelzwamZe zijn niet te missen. In deze fantastisch zachte herfstdagen zal menigeen het bos bezoeken of al hebben bezocht. Daar waar de afgevallen bladeren een dikke laag vormen, weet de nevelzwam (Clitocybe nebularis) er wel raad mee. Groot en klein naast elkaar en vaak in slordige groepen of in mooie heksenkringen. De grauwwitte kleur van de hoed en de dikke gladde steel zonder ring zijn kenmerkend. De zwam is zeer algemeen en ontbreekt haast in geen enkel bos. Zelfs in gebieden met veel stikstofdepositie gaat hij zijn gang om de bladerlaag om te zetten. In tegensteling tot bladblazers doet hij dat geruisluis en geurloos. 

 

De tweede en derde soort die u niet kunt missen is de gewone en de sombere honingzwam. Het zijn beide sluipmoordenaars van de ergste soort. Ze groeien via een ondergronds mycelium over een enorm oppervlak. De grootste uitbreiding ooit waargenomen besloeg 9 vierkante km. In Horsen is niet alleen het Horssense bos van de Heerlijkheid er geheel van doordrongen, maar ook alle tuinen in het dorp heeft hij weten te veroveren. De schimmel groeit niet op dood blad maar op dood of levend hout. Daar waar boomwortels zijn beschadigd door een mol of een woelmuis of door de spade van een tuinliefhebber, infecteert hij levend hout. Tussen het hout en de schors maakt hij dikke zwarte veters en vreet het cambium weg. De boom gaat daar op den duur aan dood. Dat kan snel gaan of lang duren, maar het gebeurt. Door het extreem natte voorjaar zijn veel dieper gelegen boomwortels gestikt en toen dit gevolgd werd door een droge zomer zijn ook veel oppervlakkige wortelstelsels afgestorven. De honingzwam vindt een gedekte tafel en deelt de genadeklap uit en verteert het dode hout. Het maakt niet uit welke soort. Van dennen, sparren, populieren, eiken en beuken of kastanjes blijft niets over dan een lijk dat vervolgens rijkelijk begroeid wordt met dichte bundels van de paddenstoel en vervolgens tot zachte pulp vergaat.

Echte honingzwam1Echte Honingzwam2De Echte honingzwam (Armilaria mellea) is wat geler van kleur en groeit vaak hoger in de boomstam of op de omgevallen boomstammen. Onder de ring heeft hij een gele rand en de steel is glad. De Sombere honingzwam (Armilaria ostoyae) heeft donkere schubbige vlekken op de steel, is nooit geel en heeft geen gele rand onder de ring. De sombere kan overal uit de grond opduiken zonder dat er dood hout of bomen te vinden zijn. Bestrijden van de honigzwam is onmogelijk en we zullen moeten accepteren dat er in combinatie met de extreme weersituaties vanwege klimaatverandering heel veel bomen sneuvelen.

 

Han Blok