Dat dure woord hoor en lees je tegenwoordig vaak. Er is iets mee. Het neemt sterk af en dat baart zorgen. Ecologen waarschuwen dat dit het begin van het einde is. De zesde grote uitstervingsgolf sinds 800 miljoen jaar biologische evolutie is in volle gang en het verloopt akelig snel. Als dit zo doorzet (en dat doet het) zijn wij uiteindelijk zelf ook de klos (of het haasje).

Die volgorde is jammer. Het zou beter zijn als de menselijke populatie als eerste sterk zou afnemen. Geen 10 miljard in 2050 maar circa 2 miljard (5% krimp per jaar) en dan bovendien allemaal nette mensen die zich duurzaam en vredelievend gedragen. In dat geval zou het leven op aarde met het resterende deel van de biodiversiteit nog gered kunnen worden. Dat zou overigens ook nog kunnen als alleen de rijkste 10% van de wereldbevolking zou verdwijnen.

Die oplossingen zijn echter niet populair. In die landen waar de bevolking krimpt, (met maximaal 1 % per jaar) probeert men juist met kunst en vliegwerk het krijgen van kinderen te stimuleren. Een duurzame mensheid kunnen we ook vergeten zolang de rijkste 10% in de wereld (inkomen meer dan € 120 duizend per jaar) de macht heeft en 50% van al het milieu- en klimaatbederf veroorzaakt.

Andere methoden om de biodiversiteit te redden zijn wel populair. Zo planten de tuinliefhebbers honderden exotische soorten bloemen en bont bloeiende struiken die de kwekers via de florerende tuincentra aanbieden. Ook worden er de laatste jaren zakjes met bloemenzaad langs wegbermen uitgestrooid en in diverse gemeenten stelt men het maaien een maand uit. Het aantal nestkastjes her en der is niet meer te tellen. We hebben zalm en steur uitgezet, tolereren ganzen, wolven, dassen en bevers in ons land en laten vleermuizen met rust door de woningbouw stil te leggen als we hun keutels in de buurt vinden. In Ouwehands Dierenpark kweken we zelfs reuzenpanda’s. Bovendien, ik zou het haast vergeten, hebben we reservaten aangewezen waar de natuur haar eigen gang mag gaan. Dat betreft 0,33 miljoen ha voor de Natura2000 gebieden op land en is daarmee 10 % van de totale Nederlandse landoppervlakte. Oh ja, we trekken er ook nog € 24 miljard voor uit om de veestapel rondom die gebieden te verminderen.

We zijn dus kei-goed bezig. Tegelijkertijd doen wij mensen er alles aan om elke biodiversiteit die spontaan zou kunnen ontstaan rigoureus de kop in te drukken. De exotische bloemen zoals Hortensia’s, Japanse sierkers, Geraniums en Rozen die we planten zijn door de kwekers tot dubbelbloemige lellebellen doorgefokt omdat wij ze dan extra mooi vinden, terwijl die net als al die kleurige Petunia’s voor insecten en dus ook voor vogels waardeloos zijn. In onze tuinen wordt zogenaamd onkruid rücksichtslos omver geschoffeld of de grond wordt bestraat en betegeld of van worteldoek met grint voorzien. De bestraatte delen worden met glyfosaat onkruidvrij gehouden. In plaats van gradiënten (geleidelijke overgangen) die de diversiteit bevorderen, maken we overal scherpe grenzen met muurtjes, afgestoken grasranden, doodsaaie buxus heggetjes en omgeven we de perken met schuttingen en hagen van privacy biedende muren van taxus, laurierkers of glad geschoren dwergconiferen. Onze spouwmuren zijn tegenwoordig gevuld met isolatiespul zodat de vleermuizen geen slaapplaatsen meer kunnen vinden en de dakranden zijn afgedicht tegen de mussen. Onze 2,6 miljoen huiskatten doden zo’n 15 miljoen jonge vogeltjes per jaar en loslopende honden jagen het wild op.

Buiten de tuin jagen we zelf op vossen, herten, muizen, ratten en hazen. (Alleen al door jagers in de VS sneuvelen er al 100 miljoen wilde dieren per jaar, voor de lol). We schieten wolven en beren als het even kan dood als ze een klein deel (0,03 %) van onze 60 miljoen schapen in Europa stelen. We vissen met hulp van radartechniek en sleepnetten de zeeën leeg. Lanen worden beplant met monotone rijen van dezelfde boomsoort en plantsoenen met onderhoudsvriendelijk maar eentonig groen. De bermen liggen vol hondendrollen en plastic en de sloten worden “geschoond” door het riet en de stinkende modder op de kant te gooien zodat daar nog slechts één enkel irritant gewas wil groeien.

Het zwaar bemeste boerenland bestaat uit eindeloze mais- of koolzaadvlakten of graslanden die om de zoveel jaar worden doodgespoten. Alle sierteelt gewassen worden rijkelijk met gif tegen onkruid, schimmel of insect behandeld zodat ook onschuldige en nuttige diertjes uitgeroeid worden. 

Daarom mijn oproep aan alle gemeentebesturen, politieke partijen, plantsoenendiensten, weg- en bermbeheerders, waterschappen, landschapsarchitecten, hoveniers, kwekers, tuincentra, boeren en alle burgers en buitenlui. Houdt op met die mooie praatjes en het schrijven van nota’s met biodiversiteitsplannen en stop gewoon met al die bovengenoemde dingen die desastreus zijn voor de biodiversiteit. 

Doctor Anders