Het ‘kasteel’ van Horssen (ca. 1770-1879)

Door: Peter J. Fontijn

In ‘Getekend verleden’ (Tijdschrift van de Historische Vereniging Tweestromenland, no. 195) bracht wijlen Adriaan Maters de topografische tekeningen van Maas en Waalse kastelen en landhuizen uit de achttiende eeuw onder onze aandacht.

Met name de tekeningen van Cornelis Pronk, Abraham de Haen en Jan de Beijer zijn van een adembenemende schoonheid. Pronk (41 jaar), De Haen (25 jaar)en Andries Schoemaker (71 jaar) reisden in 1732 met Schoemakers huishoudster Geesje Arends per vierwielig karos, getrokken door twee paarden, naar Overijssel en terug via Gelderland. Schoemakers hield het allemaal bij in zijn opschrijfboekjes waarvan een deel nog is te vinden in het Rijksmuseum.

Op de terugreis werd Maas en Waal aangedaan. Mogelijk door het complete gezelschap, maar het kan goed zijn dat de jonge talentvolle Abraham de Haen er met het derde (reserve)paard ook wel eens alleen op uit ging. Zijn werk werd dan later nagetekend door Cornelis Pronk en de wat minder getalenteerde Andries Schoemaker.

Bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (www.rkd.nl) zijn diverse van de door het drietal vereeuwigde adellijke Maas en Waalse huizen te vinden, die zij vastlegden nadat ze Nijmegen, Hees, Weurt en Malden achter zich hadden gelaten. Het begint dan in Overasselt, Nederasselt, Balgoij, Wijchen, en dan verder naar Hernen, Leur, Batenburg, Appeltern en Maasbommel. Horssen lijkt te zijn overgeslagen, en Adriaan Maters lijkt de Horssenaren te hebben willen plezieren door een tekening van het dorp uit 1763 op te voeren, die volgens hem getekend zou zijn door Josua de Grave.

Gezicht op Horssen 1763 Dirk van den Burg

Dat klopt echter niet. Die tekening, gedateerd “19 Juny 1763” is van de hand van een andere rondreizende kunstenaar, Dirk van der Burg (1721-1773) uit Utrecht. Jacobus, de broer van deze Dirk van der Burg, woonde in Appeltern, en gedurende het bezoek aan zijn broer, en de reis van Echteld-Druten naar Appeltern tekende hij naast het gezicht op Horssen ook het Huis te Appeltern én het kasteel te Batenburg.

Als er toen sprake zou zijn geweest van een kasteel in Horssen, dan zou Van der Burg het zeer waarschijnlijk ook vereeuwigd hebben. Maar net als van Pronk, De Haen en Schoemakers, is er ook van Dirk van der Burg geen tekening van een Horssens kasteel bekend.

Horssen

Na de afronding van mijn boeken over de verdwenen adellijke huizen te Druten en (Boven) Leeuwen, heb ik me verdiept in de geschiedenis van Huize Horssen en zijn bewoners. Daarbij stuitte ik op het verloren gewaande archief, het Thijnsboek en op een enkele simpele schets van het in 1879 gesloopte “Kasteel”, zoals het in de volksmond wordt genoemd. Dat kasteel blijkt echter geen echt kasteel te zijn geweest:

een kasteel is een verdedigbaar en bewoonbaar bouwwerk uit de late middeleeuwen (1000-1500) bedoeld voor het in stand houden van de machtspositie van een familie.

Na 1600 werden er geen echte kastelen meer gebouwd. De politieke situatie en de intrede van het buskruit maakten het voor particulieren overbodig om nog verdedigbare huizen te bouwen. De nieuwe generaties rijken wilden echter wel het aanzien van de oude adel. Daarom werden er kasteelachtige huizen gebouwd, compleet met gracht, zoals in Druten en het uitgebouwde Huis te Leeuwen. Meer om te imponeren.

In de teruggevonden oude archieven en testamenten vond ik niets dat wees op een kasteel in Horssen. Pas in 1772 verschijnt “’t Huys Horssen” voor het eerst, op een landkaart van het Ampt van tusschen Maas en Whaal, het Rijck, en het Schependom van Nijmegen, opgenomen en gecarteert door C.J. Krayenhoff en getekend door diens zoon C.R.T Krayenhoff.

Mijn voorzichtige conclusie is dat het zogenoemde ‘kasteel van Horssen’ pas in de periode tussen het bezoek van Dirk van der Burg in juli 1763 en de opmetingen door Krayenhoff (vóór 1772) gebouwd moet zijn. In die periode was Horssen inmiddels eigendom van de familie Bouwens, die een vermogen had verdiend met ijzer- en wapenhandel en met de VOC.
Met de summiere informatie, een enkele (miniatuur)afbeelding en zelfs beschrijvingen uit de eerste hand, slaagde de Maas en Waalse fijnschilder Ton van Hulst erin om olieverfschilderij te maken van het Horssense ‘kasteel’ net voor het moment dat het gesloopt wordt in 1879. Na de sloop bouwde Jonkheer Pieter Fredrik Zacharias Bouwens het nabijgelegen huis “Uitendijk” uit tot een nieuw onderkomen, “Huize Horssen”, voor zijn jonge echtgenote Maria Jacoba van den Broeke. Dat huis staat er nog altijd.

In het olieverfschilderij van het voormalige ‘kasteel’ zien we het familiewapen van de familie Bouwens (links) alsmede het familiewapen van de familie Van den Broeke (rechts), nazaten van de broer van VOC-koopman Pieter van den Broecke.

Schilderij Huys te Horssen Ton van Hulst

HET HUYS TE HORSSEN DOOR TON VAN HULST (PARTICULIERE COLLECTIE)

Het boek “Het verhaal van Huize Horssen en zijn bewoners” dat ik schreef voor de familie van de vroegere eigenaren is inmiddels gereed, en ik wil nu onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om een betaalbare publieksversie uit te geven, zodat iedereen het verhaal kan lezen. Het wordt vast vervolgd.