OZB en WOZ: Hoe zit het ook al weer?
Binnenkort krijgt u de aanslag voor gemeentelijke belastingen. Voor woningeigenaren zit daar ook de Onroerend Zaak Belasting bij. De OZB is een gemeentelijke belasting waarvan de gemeente zelf de hoogte kan bepalen. Jaarlijks stelt de gemeenteraad het tarief vast. In het verleden is in de gemeente Druten de OZB niet meer gestegen dan de inflatiecorrectie. Hierdoor is het OZB-tarief van onze gemeente lager dan het regionaal tarief. Hoewel het de wens van het college is om het tarief gelijk te trekken met de regio, heeft de gemeenteraad besloten om ook dit jaar alleen een inflatiecorrectie toe te passen. Deze is vastgesteld op 4%. Dit wil zeggen dat het OZB-tarief 4% hoger is dan vorig jaar.
Dit wil niet zeggen dat uw aanslag ook 4% hoger is dan vorig jaar. Dit hangt af van de stijging van de WOZ-waarde (Waardering Onroerende Zaken).
WOZ-waarde
De WOZ-waarde van uw woning wordt bepaald aan de hand van een groot aantal factoren. Vroeger was het zo dat de WOZ-waarde vaak lager lag dan de marktwaarde van een woning. Tegenwoordig wordt de verkoopprijs van een woning of een vergelijkbare woning gebruikt als vergelijking en basis voor de WOZ-waarde van uw huis. De waarde, die voor de bepaling van OZB wordt gebruikt, is niet de actuele waarde, maar de waarde die de woning had op 1 januari 2022.
Op WOZ-waardeloket.nl kunt u de WOZ-waarde-ontwikkeling van uw woning en dat van andere woningen in heel Nederland zien.
Landelijk zijn de huizenprijzen met 17% gestegen, voor de gemeente Druten is dat 15,1%. Voor de berekening van de OZB, wordt het basistarief gecorrigeerd voor de gemiddelde WOZ-waardestijging in onze gemeente. M.a.w. het basistarief gaat met 15,1% - 4%= 11,1% omlaag. Dus wanneer de WOZ-waardestijging van uw huis precies overeenkomt met de gemiddelde stijging van 15,1% dan gaat de OZB-aanslag alleen met de 4% inflatiecorrectie omhoog. Is de waarde van uw huis meer gestegen dan gaat u natuurlijk extra betalen. Iemand wiens woning bijvoorbeeld 10% is gestegen zou een aanslag moeten krijgen die lager is dan vorig jaar.
Taalheldenprijs
Magda Resoort uit Horssen heeft maandag jl. op het gemeentehuis de Taalheldenprijs gekregen. Het is voor de eerste keer dat deze prijs in Druten wordt uitgereikt. Deze prijs is bedoeld voor iemand die hard gewerkt heeft om zichzelf te ontwikkelen en beter te worden in de basisvaardigheden lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden. Magda is zo enthousiast dat ze taalambassadeur wil worden, zodat ze anderen ook kan vertellen hoe belangrijk het is om met de computer overweg te kunnen en goed Nederlands te kunnen lezen en schrijven.
Onzekere financiële toekomst kleine gemeenten
Volgens een rapport van BDO Accountants & Adviseurs gaan kleinere gemeenten een onzekere financiële toekomst tegemoet. Ook de gemeente Druten behoort tot de kleinere gemeenten.
De Rijksoverheid vraagt veel van gemeenten (energietransitie, aanpak woningnood, digitalisering, opvang vluchtelingen en statushouders, veranderingen in de jeugdzorg) maar vaak is de bijbehorende financiering niet voldoende om de kosten te dekken. De komende jaren valt dit nog wel mee omdat nu nog de “trap op – trap af” methode geldt voor financiering van de gemeenten. De methode houdt in dat als het Rijk meer geld uitgeeft, dan heeft dat ook gevolgen voor het geld dat de gemeenten krijgen. Dit heeft de laatste jaren met Corona, energietoeslagen en opvang van vluchtelingen, vooral positieve effecten gehad.
Echter deze methode wordt afgeschaft in 2026 en dan wordt er een andere berekeningsmethodiek gehanteerd om de Rijksbijdrage aan de gemeenten te bepalen. Voor de gemeente Druten pakt dit slecht uit. Net als voor veel andere gemeenten (60%) dreigt een financieel ravijn. Hoewel de verwachting bestaat dat het niet zover zal komen, is er geen zekerheid hoe hoog de gemeente-inkomsten na 2026 er uit zullen zien.
Bij ongewijzigd beleid moet de hand op de gemeenteknip.
Druten krijgt beweegvriendelijk consultatiebureau
Het consultatiebureau in Druten wordt voorzien van beweeg-stimulerende materialen. Omdat bewegen belangrijk is, worden jonge kinderen er uitgedaagd om te bewegen. De ouders zien dat bewegen leuk, belangrijk en gemakkelijk is. De jeugdverpleegkundigen gaan er graag over in gesprek tijdens het bezoek aan het consultatiebureau.
Nadine, Marrie en Paul