Na ternauwernood diverse keren aan hem te zijn ontsnapt, en precies een jaar lang in Groesbeek voor hem te zijn verstopt, heeft de dood hem toch gevonden.
Wie kent hem niet? Piet Vos heeft ruim 45 jaar met het bekende logo van het vosje zijn markante stukjes in Dorpskrant De Klep geplaatst. De laatste keer in de uitgave van 14 december 2022 nam hij afscheid van zijn dierbare Horssen en de Horssense mensen en een paar weken later op 2 januari is hij na een bijzonder leven van bijna 85 jaar overleden.
Zijn stukjes in de Klep waren vaak een aanklacht tegen zwerfvuil, tegen lawaai van motoren en brommers, blaffende honden, vuurwerk en carnavalswagens. Daarnaast schreef hij als een soort Guido Gazelle over de bloemetjes en de bijtjes, schreef een serie interviews met bekende Horssense mensen of wijdde uit over het een of andere boeiende natuurverschijnsel.
Zijn taalgebruik en stijl was vaak archaïsch met vergeten woorden en zinswendingen die we al vele jaren niet meer gewend zijn. Hij had iets met taal en schreef in navolging van Raymond Queneau een boekje met 99 stilistische variaties van hetzelfde verhaaltje. Ook sloot hij elke email af met het oxymoron van de maand. Dat is een combinatie van twee woorden met tegengestelde betekenis. Bijvoorbeeld haat-liefde verhouding of ziende-blind. Recent was hij nog ver gevorderd met het aanleggen van een verzameling Homerische vergelijkingen uit de Latijnse en Griekse gedichtenbundels van Homerus, Vergilius en Dante.
Piet kon ook zijn eigen filosofische of wetenschappelijke gedachten op onnavolgbare wijze formuleren. Ter illustratie een voorbeeld uit zijn reeks “invallen sinds 2015”:
De vervanging van het archaisch onwetenschappelijke concept vrije wil door (co-)evolutionaire concepten die overigens in de uitwerking ervan eender entelechistische / finalistische inslag hebben, gevolg, denkelijk, van de cognitieve grenzen van ons brein.
Piet heeft tijdens zijn wetenschappelijke loopbaan als psycholoog zijn naam aan wel 50 publicaties verbonden. Zijn specialiteit was de psychologie van het waarnemen van patronen in stippels en lijnen, in tonen, melodieën en ritmes en in getallen. In zijn tuin hangt bijvoorbeeld een zgn. trompe l’oeil: Een draadfiguur in een plat vlak waarvan je zou denken dat het een driedimensionale kubus is. Op het tuinpad liggen tegels in een reeks vormen volgens een wiskundige formule van stip en lijn via driehoek tot twaalfhoek. Ergens anders kun je een in steen gebeeldhouwd portret passeren dat je bij het voorbijgaan volgend blijft aankijken.
Zijn arboretum Het Gogh was zijn lust en zijn leven. Op ongeveer 0,5 hectare weiland behorend bij de oude monumentale boerderij die hij van Jan Dibbits (oom van de hengstenboer) kocht, heeft hij vanaf 1970 vele bijzondere soorten bomen verzameld. In een lijst op zijn website staan honderd soorten keurig met Latijnse naam en de plaatsaanduiding in de tuin genoemd. De verzameling is van onschatbare waarde. Piet was lid van de Nederlandse en Belgische Dendrologen Verenigingen en oprichter van een Vereniging voor kleine arboreta.
Hij maakte zich verdienstelijk voor de samenleving en kreeg diverse onderscheidingen van de Dendrologische Verenigingen. Volgens zijn CV ontving hij al in 1975 “De grootste Streuper”. Volgens oud leden van CV De Streupers was dat echter lang voordat deze onderscheiding was uitgevonden. In 1988 kreeg hij deze eervolle onderscheiding in ieder geval samen met een groepje van de Historische Vereniging. In 2005 kreeg hij een medaille van de gemeente Druten voor zijn werk met de werkgroep zwerfvuil en in 2006 kreeg hij een lintje als lid van de orde van Oranje Nassau.
Naast zijn liefde voor de natuur en de tuin was Piet een enorme lettervreter. Hij verslond in rap tempo het ene na het andere dikke boek, mits het handelde over serieuze wetenschappelijke, filosofische of historische thema’s. Een eenvoudig romannetje of detective kon hem niet bekoren. In de boeken die hij las, maakte hij talrijke aantekeningen in de kantlijn. Dat gebeurde bijna altijd in een priegelig spiegelschrift. Hij had iets merkwaardigs met rechtsom en linksom. Schreef net zo gemakkelijk met de linker als met de rechterhand en net zo gemakkelijk van achter als naar voren of in spiegelschrift. Hij was ook bijzonder geboeid in het links-of rechtsom draaien van planten en in het bijzonder van bomen. Over dat thema hebben we vele uren zitten filosoferen. Wat zou het nut zijn? Zou het in Australië andersom zijn? Hoe werkt het op celniveau in de bast van een boom? Is het erfelijk? En waarom draaien sommige bomen linksom en andere rechtsom?
Piet heeft jarenlang elk najaar appels en peren uit onbespoten boomgaarden verzameld om er op ouderwets ambachtelijke wijze stroop van te koken. Zijn potjes met “Maas en Waalse Geneugten” waren zeer in trek. Het stroop koken verliep niet altijd even voorspoedig. Als het vuur te heet gestookt werd, koekte de ketel aan en kon je uren gaan zitten bikken en schrobben om de koek los te krijgen. Piet wist daar meestal wel iemand voor te strikken. Dat was trouwens toch in het algemeen wel een bijzondere vaardigheid van hem.
Met telefoon, internet, e-mail en tekstverwerking op de computer en de rest van de digitale wereld was hij niet zo heel erg handig en dat werd de laatste jaren erger. Hij kon soms verschrikkelijk tekeer gaan over gedoe met wachtwoorden en inlogcodes en maakte van zijn administratie en adressenboekjes op het laatst zo’n rommeltje dat hij er zelf niet meer uit kwam. Vele keren hebben we hem daarbij na een panische noodkreet even kunnen helpen. Nadat we zijn bureaublad van onder bergen papiertjes uitgegraven hadden en het van kleverige restjes bier hadden kunnen reinigen, was het meestal een kleinigheidje.
Piet was niet alleen natuurliefhebber, hij lustte graag een goed verzorgde maaltijd met een goed glas wijn. Voor een “eerlijk” brood reed hij wekelijks speciaal naar Duitsland. Hij was een enorm liefhebber van Bach cantates en was ook niet afkerig van vrouwelijke charme. Uit het eerste huwelijk kreeg hij twee dochters Lara en Sara en uit het tweede huwelijk twee zoons Floris en Casper. Daarna kwamen er nog een stuk of vier hechte relaties zonder officiële status. De kinderen zwierven uit en Piet bleef alleen.
De laatste paar jaar ging Piet lichamelijk sterk achteruit. De ogen werden slecht na een paar mislukte staaroperaties. Zijn auto veranderde in een botsautootje. Hij viel bij het snoeien van bomen een paar keer van de ladder en viel later ook in huis over drempels of vloerkleedjes. Hij kreeg val-angst en schreef daar dan weer een grappig boekje over. De tuin kon hij niet meer zelf onderhouden en ook voor de huishouding had hij hulp nodig, maar met veel hulp van buren, vrienden en zorginstanties kon hij nog zo lang mogelijk in z’n eigen huis blijven. Zijn liefde voor een glaasje kwam zijn koersvastheid echter niet ten goede en het liep een paar keer bijna fout af. Een jaar geleden heb ik hem na een pijnlijk afscheid in sterk verzwakte toestand bij de afdeling spoed van CWZ achter moeten laten en werd hij opgenomen in herstelcentrum Dekkerswald in Groesbeek. Daar opgeknapt kon hij nog verhuizen naar Woonlocatie Eikhorst en kreeg hij zijn eigen vertrouwde bureautje en computer weer terug om te kunnen schrijven. Hij was de laatste maanden goed aanspreekbaar, berustte in zijn lot en doodde de tijd vooral met lezen. We hebben diverse keren een fietstochtje naar Groesbeek gemaakt om hem nog wat boeken te brengen, maar soms had hij ze al uit voordat wij weer thuis waren.
We zullen Piet Vos niet snel vergeten. Een goede vriend en een heel bijzonder en buitengewoon erudiet mens.
Han Blok