Nieuwbouw op het kermisterrein
De vroegere bewoners van Café-Eethuis Coppes
Aanleiding van dit artikel is, dat er een begin is gemaakt met de invulling van het bouwterrein door het afbreken van het achterhuis van café Coppes.
Het huis is ook voor mij een plek van herinnering aan mijn voorouders: het stamhuis van de Horssense tak van de Herckenrath’s.
De noodzaak tot woningbouw binnen de bebouwde kom heeft prioriteit. Echter gaat hierdoor het karakter van het dorp steeds meer veranderen: de kenmerken van een oorspronkelijk agrarisch dorp verdwijnen. Vóór de ruilverkaveling (1950-1960) woonden de Horssenaren op de hoger gelegen zandruggen; ook de boerderijen (kleine gemengde bedrijven) stonden daar tussen de woonhuizen, winkels en cafés. Het standaard boerenhuis was een woning met achterhuis, waarin een deel met aan weerszijden ervan varkenshokken en een koestal. Achter het huis was dan nog de moestuin en een “keujesbogerd”. De akkers voor de landbouw en de weilanden voor het vee en het hooi lagen in de polder. Tijdens de ruilverkaveling rond 1950 werden de boeren overgehaald om of te stoppen of zich in de polder te vestigen op een zogenaamde ruilverkavelings-boerderij. De toenemende mechanisering, de melkmachines en rond 1976 het stoppen met ophalen van melkbussen en de verplichting om de melk op te slaan in koeltanks deed de kleine boer voorgoed de das om.
«deel van de plattegrond uit 1859.
Vele huizen hebben namen, hier: het Anker, het Wespennest, de Rooistraat, het Haagje , de Rijdershof, het Gebrom, het Groot- en het Klein Sint Walderink, Kalkhof en de Schans.
De Rijdt was nog een grasbaan, waarvan delen van de gemeente gepacht konden worden om er een getuierd varken, geit of koe te weiden. De doorgaande weg van Appeltern naar Druten (de Communicatieweg) liep over de Mekkersteeg, Bikkeldam, de Klaptes, langs de kerk en over de Molenweg.
Ergens op het huidige kermisterrein stonden tijdens de Reformatie (1600-1800) de pastoorswoning en de schuilkerk.
De huisvesting van pastoor en de schuilkerk
Tot ongeveer 1810 woonden hier de pastoors van Horssen; in de laatste jaren begon de toenmalige pastoor G. van Lunen bij de bisschop van Roermond, waartoe Horssen in die tijd nog behoorde, te klagen over de slechte huisvesting. Echter zonder resultaat.
De volgende pastoor, Antonius van Mook zocht een andere weg: Den Haag. De woning was een krot geworden: de kelder te vochtig, lekkages in het strooien dak, etc. Hij vroeg ƒ 3.900,= om een woning te kopen tegenover de (Oude) kerk. Hij had ook geen succes.
Hoofdzakelijk met geleend geld werd de beoogde woning “de Hoendernest” door het kerkbestuur in 1819 aangekocht (ligging in de voortuin van de huidige pastorie). Een groot aantal parochianen staat garant voor de leningen.
Tijdens de reformatie gingen de katholieken ter kerke in een schuur. De weinige protestanten maakten gebruik van de Bonifatiuskerk. In 1799 kwam de kerk terug in katholieke handen; de protestanten bouwden in 1822 hun huidige kerkje. De oude pastorie is waarschijnlijk gesloopt na de verhuizing van de pastoor. De voormalige schuilkerk is weer als schuur in gebruik genomen. Vermoedelijk is deze in 1899 afgebrand tezamen met nog vier andere huizen en een paar schuren; de brand ontstond in de bakkerij van Herckenrath (zie verderop). Wellicht wordt bij het bouwrijp maken de wijnkelder van de pastoor nog ontdekt.
Uit Maas-en-Waalse Courant d.d. zondag 4 juni 1899 >>
De komst van de Herckenrath’s in Horssen
Van oorsprong (rond 1650) komen de Herckenrath’s uit Keulen. Via een latere generatie in Venlo komt een nazaat (als burgemeester van Appeltern) in Maasbommel te wonen. Hij huwde met Petronella van Elk. Eén van hun 10 kinderen was de in 1822 geboren zoon Albert. Hij trouwde met Wilhelmina Gijsbers uit Afferden. Hij vestigde zich rond 1850 in Horssen na aankoop van de herberg en boerderij van Jan van de Akker. Dit echtpaar kreeg in Horssen 11 kinderen, 8 dochters en 3 zonen. Zoon Petrus vestigde zich in Nijmegen; zoon Gerardus zette de bakkerij voort (hij bleef ongehuwd en overleed in 1942). Zoon Johannes, geboren in 1851, nam het café, winkel en het boerenbedrijf over van zijn vader, die in 1889 overleed. Deze Jan huwde met Elisabeth van den Brand; zij overleed zeer vroegtijdig en dit huwelijk was kinderloos. Jan hertrouwde met de veel jongere Petronella Vermeulen, geboren in Afferden in 1865. Zij kregen 7 kinderen (5 zonen en 2 dochters); Bertha (x Gert Kuipers), Albert (x Marie Fransen), Piet (x Leen van de Hazelkamp), Helm (x Marie Janssen), Jan (x Thea Fransen), Karel (x Jo Romijnders) en Sien (x Jan Romijnders). Opa Jan overleed reeds in 1915; al zijn kinderen zijn na 1900 geboren. Opoe Pit zette zijn bedrijf voort met behulp van Jan’s broer Gerardus en de opgroeiende kinderen.
Behalve zoon Jan, die een meelhandel in Nijmegen begon, bleven de kinderen allen in Horssen. Opoe vierde haar “echte” verjaardag altijd op 1e Kerstdag; pas bij het zien van haar bidprentje werd duidelijk, dat ze een dag eerder geboren was; dat was natuurlijk een lastige dag om te vieren.
^^ Op de dresseerkar: een nichtje uit Bemmel en Helm, staand Has van Oosteren en Albert
^^ Links Café en kolenhandel Konings; rechts winkel en bakkerij Hoes
^^ Links: woonhuis en winkel van schilder(en behanger) Gert Kuipers; schuur en café/woonhuis van Karel Herckenrath.
Rechts: schuur van Klaas Hoes, woning Piet Herckenrath; winkel en woning van Cees van de Boogaard (rijwielhandel en taxibedrijf),voorheen café Schreven
Er waren tussen 1900 en 1950 relatief veel cafés en winkels in Horssen; daarvan alleen kon men niet bestaan; de meesten boerden erbij. Het drukst bezocht werden de cafés op de zondagochtend na de Hoogmis; dan gingen de mannen erheen voor een praatje, een partijtje biljarten of kaarten, terwijl de vrouwen naar huis gingen om het middagmaal te bereiden. Het café werd ook gebruikt voor vergaderingen van de vele verenigingen; publieke verkopingen van huizen en grondopbrengsten (hout/bomen, bieten, graan e.a.), het sluiten van pachtcontracten, Dit alles deels ook in het café van de weduwe Herckenrath.
De vroegere eigenaren van “café Coppes”
Na de eerder genoemde Jan van de Akker, Albert en Jan en de weduwe Herckenrath zette zoon Karel het café en het boerenbedrijf voort. Bij dit laatste werkte hij veel samen met zijn broer Piet, die aan de overkant van de Rijdt de woning van het vervoersbedrijf van Van Ewijk had gekocht. Tijdens de Horssense kermis stond de danstent aan de overkant; er moest per dans betaald worden en de dames moesten voor het donker thuis zijn; gelukkig was de kermis toen nog in Juli.
Eind 1958 vertrok Karel naar de Singel om het boerenbedrijf voort te zetten in een AGRO-ruilverkavelingsboerderij, geopend door minister Vondeling. Jan Basten nam het woonhuis met café over. Een paar jaar na hun huwelijk konden Hans Coppes en Marietje Kuipers (dochter van Gert Kuipers en Bertha Herckenrath) dit in 1965 van hem overnemen. Het café werd uitgebreid met een cafetaria; het achterhuis, waarin oorspronkelijk de deel, de hooizolder, de koestal en varkenshokken waren, werd ingericht als feestzaal en biljartruimte. Om het achterliggende terrein meer mogelijkheden te geven voor gebruik als kermisterrein kon Hans de aanliggende smalle bogerd van de familie Kuipers kopen.
Sindsdien werden bij Hans de steeds drukker wordende jaarlijkse kermis en de Koninginnedag gevierd. Tot ongeveer 1975 werd de kermis (de plaats van de danstent) gegund aan de hoogste inschrijver. Ruim 50 jaar runden zij het café-eethuis. Bekende gezegden werden: “Bij Hansje in de kelder is nog zat” en “Wat Coppes maakt, dat smaakt”. Ruim veertig jaar organiseerden ze de Horssense kermis. In maart 2016 stierf Hans, 72 jaar oud; in mei 2016 overleed ook hun dochter Milly (51 jaar). Marietje, zoon Jos en dochter Lia organiseerden nog de kermis van 2016. Het pand en bijbehorende grond werden in 2017 verkocht aan een projectontwikkelaar. De kermissen werden voortgezet door Wout Cobussen en Jos van den Broek. Marietje verhuisde naar Druten en daarmee verdween de generatie Herckenrath uit dit horecapand.
^^Café en Eethuis Hans Coppes; op de plek van de voordeur was vroeger een portiek met naar links een deur naar de winkel en rechts een naar het café. Vanaf de beginjaren rond 1900 tot ong. 1910 (het vrijkomen van de Oude kerk) werden op de graanzolder repetities en uitvoeringen gehouden door de fanfare en de toneelclub; veelal gezamenlijk.
^^ Foto vanuit een heteluchtballon, die opsteeg vanaf het achterterrein. Het achterhuis is uitwendig nog niet verbouwd. Op de plaats van de haag stond vroeger nog een schuur behorende bij Herckenrath/Coppes. Links een deel van de kassen van Van Kempen.
^^ In het achterhuis werd een glazen wand geplaatst, wat het gebruik als zaal aangenamer maakte. Deze werd gebruikt voor o.a. biljarten, wildkermissen, recepties, huwelijksjubilea, feestjes bij start van de bouwvakkersvakantie, diners voor allerlei gelegenheden. Bij de kermissen werd het achterhuis ingeschakeld.
^^ De schooljeugd mocht al vroeg kennis maken met de kermis(tent) (foto 2007)
(Jan Herckenrath)