Bouwen of rouwen?

Ik heb in de vorige Klep het “Plan tijdelijke woonunits Bredestraat Horssen” gelezen, geschreven door “de bezorgde direct omwonenden”. Zij hopen met deze reactie de “volstrekt onjuiste informatie” en “een compleet verkeerde beeldvorming” recht te zetten.
In hun stukje bevestigen zij dat ik al over de juiste informatie (tijdelijke woonunits Bredestraat) en beeldvorming (niet in mijn achtertuin) beschik!

Op verschillende locaties in Horssen zijn de direct omwonenden om welke reden dan ook tegen bouwplannen. Niet meer klagen dat onze jeugd in een ander dorp onderdak moet zoeken. Mededorpsbewoners maken het er zelf naar. Hartelijk dank voor die “mede”-werking!

Het handjevol bezwaarmakers doet een aantal aannames:

  1. De woonunits komen niet alleen beschikbaar voor de Horssense jeugd.
  2. Het tijdelijke karakter is niet tijdelijk.
  3. We kunnen komen zitten met een tweede Asdonk terrein. 

Eerst twee positieve punten van hun betoog:

  • ik heb waardering voor hun historische kennis en humor: het paard van Troje - opzadelen -.
  • positief is ook dat zij verder kijken dan hun neus lang is: het Asdonk terrein in Beuningen.

Wat mij betreft zijn alle plussen daarmee wel benoemd.

De gemaakte aannames kunnen in de toekomst meer of minder of helemaal niet waar blijken te zijn. En wat dan nog: een levend(ig) dorp groeit mee met de tijd. Met welk recht blokkeren omwonenden, die er korter of langer wonen, deze ontwikkelingen?

De hardste knal voor mijn kop is de vergelijking met het Asdonk terrein. Uit welk paard van Troje springen deze soldaten van “medemenselijkheid” en “vredelievendheid” plotseling tevoorschijn? Schande! Het is onze plicht om mensen die vluchten voor oorlogsgeweld fatsoenlijk op te vangen. Ook als dat aan de rand van ons dorp kan zijn.

Kom op met die units en dan graag ook een verviervoudiging hiervan!

 

Berouw!

Met Kerstmis komen mijn schoonzussen en zwagers van de kouwe kant met hun kinderen bij ons op bezoek. We eten en drinken dan samen en soms is er daarnaast nog tijd voor spelletjes. Meestal heet ik ze welkom en blik even terug op opvallende gebeurtenissen van dat jaar. Natuurlijk de oorlog in Oekraïne. En het gedoe rond de excuses van de Nederlandse Staat voor ons slavernijverleden.
Dit laatste was de aanleiding voor mij om aan onze kinderen excuses aan te bieden voor een deel van de opvoeding die zij hebben gekregen.

Wij als ouders hebben in onze jeugd meegemaakt dat we thuis mee moesten werken op de boerderij. Wij droegen de kleren van elkaar af. We hadden geluk als we een winterjas van een oudere neef uit een ander dorp mochten verslijten. Kortom wij kennen allemaal de tijd nog van elk dubbeltje omdraaien en de beste hutspot van het geslachte varken naar de pastoor brengen.
Wij zijn in de gelukkige omstandigheid geweest om onze kinderen in luxe op te voeden. En daar zit hem nou net de crux: wij hebben hen niet met schaarste om leren gaan. Het was steeds maar groei en meer, meer, meer. Het kon niet op. Vandaar mijn excuses. We hebben onze kinderen niet geleerd dat er grenzen aan de groei zijn. Dat niet alles altijd kan. Dat er ook nee bestaat. Dat er scherpe keuzes gemaakt moeten worden.

Nou worden zij door onze schuld voor de leeuwen geworpen: naar minder, minder, minder. Het is logisch dat ze ons daar op aan gaan spreken. Gelukkig hebben zich binnen mijn familie over dit onderwerp zich nog geen belangengroepen gevormd. Evenmin dat ze in de contramine zijn gegaan over de gekozen datum (25 december) waarop de excuses gedaan zijn. Voor mij was inspraak hierin ook helemaal niet nodig.
Wel heb ik voorgesteld dat de kinderen met hun eigen ouders in overleg gaan over het opzetten van een herstelfonds. Het lijkt me gewenst dat uit zo’n herstelfonds cursussen voor -minder, minder, minder- bekostigd worden.

Later is er nog gesjoeld. We hebben de kinderen laten verliezen (omgaan met tegenslag). Bij enkele kerstmis vierders zat er wel wat agressiviteit in het geschuif met de stenen.
Ook wij moeten weer leren omgaan met minder, minder, minder en wat meer medemenselijkheid!
Na een minder “goed” 2023 (een goed minder 2023) toegewenst te hebben is mijn kouwe kant weer op huis aan gegaan.
Kerst 25 december 2023 ligt natuurlijk al vast!

Onzenbroer