Nee, dit wordt geen verhaal over de laatste jaarwisseling. Over al die knallen die ik, ondanks mijn beperkte gehoor, acht uur lang te verstouwen heb gekregen. Over het vuurwerk dat kleurrijk en gevaarlijk over mijn huis de tuin in fladderde. Over de Hollandse mentaliteit die ervan uitgaat dat als er spelregels worden afgesproken, ze bedoeld zijn om te overtreden.

Dit stuk gaat meer over voortschrijdende ontwikkelingen.

  • De gezondheid op peil houden:

Toen ik jong was en ik voelde me niet zo lekker, was er thuis steevast het advies om goed te eten en op tijd naar bed te gaan. Helaas loste dat niet alle problemen op. We fietsten dan over de dijk naar de huisarts. Er was een klein wachtkamertje, ongeveer zoals bij Gerrits nu. Alleen was er geen spreekuur op afspraak. Dus kon de ruimte bomvol zitten en het wachten lang duren.

Een keer heb ik een kleine maand in het ziekenhuis gelegen. De dagelijks terugkerende pijnlijke behandeling is traumatisch geweest. Na een paar weken is e.e.a. onder narcose opgelost.
Het was daar dat ik voor het eerst van mijn leven als beleg rosbief kreeg. De smaak van rosbief doet me nu nog herinneren aan die tijd.

 

Van veel later herinner ik me dat “de ouwe Wim” met mijn dochter in de spreekkamer muziek maakte. Dat kan dus ook. Hij hield alles bij op handgeschreven kaartjes. Daar hebben zijn zonen korte metten mee gemaakt. Alle informatie wordt digitaal vastgelegd. Het computerscherm wordt gedraaid en je krijgt heldere uitleg over wat je mankeert, of juist niet mankeert.

 

De volgende generatie Gerritsen is al ijverig aan het studeren om Horssen gezond te houden. Zij kunnen de administratie van opa in het museum Tweestromenland in Leeuwen gaan bekijken. Verder zullen zij minstens hun wenkbrauwen fronsen over de aanpak van hun ouders.
Ik heb laatst met “de jonge Wim” een afspraak gemaakt voor een verwijsbrief. Zoals gewoonlijk is dat allemaal puik geregeld. Ik neem contact op met het ziekenhuis. Ik hoef niet langs te komen. Ik moet een app op mijn mobiel (NIET op de laptop!!) downloaden. Op deze app krijg ik een melding wanneer ik ga videobellen met de Centrale Inschrijfbalie. Verzekeringsbewijs en identiteitskaart moet ik bij de hand houden. Een kwartier voor de afgesproken tijd log ik in. Ik vond het wel spannend of het zou lukken. In tien minuten tijd was de inschrijving vanuit de “luie stoel” thuis geregeld. Een week later op dezelfde manier een videogesprek met de specialist. Niks naar Nijmegen toe, niks parkeren, niks de goeie poli zoeken, niks geen slappe koffie!

Er is me een “behandelpakket” toegestuurd, wat ik naderhand terug kan sturen. Over een maand volgt dan de evaluatie per videogesprek. Misschien dat ik voor die tijd nog even naar Wim ga. Ik weet trouwens niet of dat bij hem al met videobellen kan?
Bij zijn nageslacht zeker wel!

Ze kunnen alvast gaan bedenken hoe ze de wachtkamer om kunnen bouwen tot behandelruimte.
Voordeel (of nadeel?) van de app is dat ik mijn eigen medische dossier kan inkijken. Ik ga dat doen, maar ik weet niet of ik daar dan over in De Klep schrijf!

 

Om terug te komen op de Hollandse “hufterigheid” van het begin van dit stukje, trof me het volgende verhaal van een oude, wijze indiaan:

  • Twee Wolven:

Een indiaan gaf zijn kleinzoon onderricht over het leven.

“Binnen in me is een gevecht gaande”, zei hij tegen de jongen.

“Het is een afschuwelijk gevecht tussen twee wolven. De ene wolf is slecht – hij bestaat uit woede, hebzucht, verwaandheid, schuld, wrok, leugens, trots, superioriteit en ego. De andere wolf is goed – hij is vreugde, vrede, liefde, kalmte, nederigheid, vriendelijkheid, vrijgevigheid en compassie.

Binnen in jou woedt dezelfde strijd en datzelfde geldt voor ieder mens”.

De kleinzoon dacht enkele ogenblikken na en vroeg toen aan zijn grootvader:

“Welke wolf gaat het gevecht winnen?”

De oude man glimlachte en antwoordde:

“Degene die je voedt!”

 

Fijn toch dat ieder van ons elk moment de vrijheid heeft om zelf voor de ene of de andere wolf te kiezen. Of geef je de voorkeur aan de tussenvorm: de wolf in schaapskleren!? Deze laatste verafschuw ik.

Welke wolf voed jij?

 

Onzenbroer