De Nederlandse taal leeft. Dat kun je merken aan het grote aantal nieuwe woorden. Heel veel van die nieuwe woorden zijn trouwens niet echt nieuw maar klakkeloos overgenomen uit het Engels, of beter gezegd overgewaaid uit Amerika, waar ze ook een soort Engels spreken. Het zou nog tot daar aan toe zijn als die nieuwe woorden noodzakelijk zijn omdat onze eigen taal tekort schiet. Vaak is dat niet zo. Er is niets tegen het woord oppepper, of oppepprik en zelfs als je tegen inenten bent is er niets tegen het woord inenten. Je zou dus met net zo veel recht kunnen stellen dat de Nederlandse taal niet meer leeft en groeit maar langzaam maar zeker een beetje aan het dood gaan is.

Dat we ondanks goede Nederlandse alternatieven toch voor de Amerikaanse termen kiezen komt voort uit hun culturele overheersing. Toen Duitsland ons overheerste marcheerden er niet alleen troepen maar slopen er ook talloze germanismen binnen. Toen de Fransen het bij ons voor het zeggen hadden, gingen we hun woorden gebruiken. We vinden die woorden tegenwoordig al weer oubollig of deftig en veel Franse woordjes zijn al lang vernederlandst en horen we alleen nog in het Groot Dictee der Nederlandse Taal.

 

Het blijft echter niet bij taal. De huidige culturele overheersing door Amerika leidt ook op tal van andere fronten tot overnames. Zo wordt ons volk gebombardeerd met tal van complot-theoriën en nepnieuws. Het ergste is echter dat we net als de Amerikanen zelf ten prooi vallen aan verlammende tweedeling tussen vóór- en tegenstanders op vrijwel elk gebied. De kritiek op windmolens, zonneparken of zwarte pieten, de weerstand tegen corona maatregelen, het wantrouwen van de wetenschap en de weigering van vaccinatie, komen ook allemaal daarvandaan overwaaien. Ook in de Nederlandse politiek tekent zich ondanks een veelheid van kleine partijen een tweedeling af tussen liberaal en sociaal of tussen progressief en conservatief, tussen groene progressieven en extreem rechtse klimaatontkenners. Wist u trouwens dat Wilders en Baudet gewoon ordinaire, respectievelijk pseudo-intellectuele kopieën zijn van Trump? Tweedeling is er op elk vlak en het wordt steeds erger. Het Hollandse polderen is helemaal uit.
Het oplossen van problemen wordt daarmee wel erg moeilijk. Dat heet in de levende taal van tegenwoordig “ingewikkeld” of het is “een uitdaging” of “wel even een dingetje”. Het probleem zelf is niet het moeilijkste, maar vanwege de tweedeling is het verkrijgen van draagvlak voor een oplossing, maakt niet uit welke, een veel groter probleem. Dat merk je ook aan het taalgebruik.

 

Uit angst voor een oplopend conflict benoemen we de problemen niet, maar “zetten er vraagtekens bij” of gaan er “vragen over stellen in de kamer”. We praten niet over een aanpak maar “moeten er eens goed over nadenken” en “gaan het er met elkaar over hebben” of we moeten daar “de discussie met elkaar over aangaan”. In de taalwetenschap noemt men dat “eufemismen” (verdoezelingen) maar in de gedragsbiologie noemen we dit gewoon “wegkijken”. Een patroon dat bij alle dieren voorkomt, maar nergens zo sterk is ontwikkeld als bij mensen.

 

Er zijn gradaties van wegkijken. Bij hele pijnlijke zaken “moeten we er maar niet aan denken” of “laten we het daar maar niet over hebben”. Onverschilligheid veinzen en afleiding zoeken is een andere variant. Regelrecht ontkennen is weer een andere vorm, die we vooral aantreffen als het over de dood gaat. Het is een extreme vorm waaruit het geloof in een hiernamaals is voortgekomen. We vinden het ook bij de klimaatontkenners die geloven dat we een opwarming met meer dan 2 graden nog wel zullen overleven. Een milde vorm van wegkijken hoor je veel in het Maas en Waals zoals: “Da wittik ôk nie”, wanneer iemand een al te heftige discussie over een meningsverschil uit de weg wil gaan.

Uit angst voor te weinig draagvlak wordt er wat af vergaderd door bestuurders. We hebben voorlichtingsbijeenkomsten, pers-conferenties, inspraakmogelijkheden en bezwaarprocedures. Daarmee is de kous niet af want als die dingen allemaal niet helpen kunnen tegenstanders altijd nog protesteren. Dat doen ze via grote borden of marsen, vreedzame acties of boycots en bezettingen. Soms komen daar dankzij de moderne media zoals Twitter, anonieme doodsbedreigingen bij. De tweedelingen laten zich niet zomaar wegpraten.

 

Aan grote problemen die voor tweedeling zorgen hebben we geen gebrek. Maar de echte uitdaging is het draagvlak met het oog op de eerstvolgende verkiezing. Dit zien we terug bij de maatregelen om Corona terug te dringen. We drukken het virus niet bij de eerste signalen gelijk rigoureus de kop in. Uit angst voor economische gevolgen, te veel weerstand van tegenstanders, voor protesten van getroffen ondernemers of voor schadeclaims, kijken we het eerst even aan en daardoor loopt het beleid steeds achter de feiten aan. We kunnen dat wel “maatregelen op maat” of “intelligent beleid” noemen maar het komt de effectiviteit niet ten goede. Druktemaker Pieter Derks stelde dit op onnavolgbare wijze aan de kaak in zijn column van woensdag 10 november bij De Nieuws BV Radio 1. 


We zien het ook terug bij de slepende kabinetsformatie. We horen geen voorstellen om de woningbouw uit het slob te trekken, om de energiecrisis en de klimaatcrisis aan te pakken of om de problemen met stikstof op te lossen. Bij elk voorstel zullen zich immers drommen tegenstanders op het Malieveld verzamelen of zullen politici door stiekeme lobbyisten dan wel bedreigingen bewerkt worden. Zoeken naar draagvlak is een overlevingsstrategie geworden. Al maanden lang wordt er alleen gepraat over beeldvorming in verband met draagvlak.
Al dat geschipper om de kool en de geit te sparen leidt niet tot oplossingen. Wel ontstaat er zo zoetjes aan een tegenreactie. Mensen die de halfslachtigheid zat zijn en wanhopige dokters en verplegers roepen om een radicalere aanpak. Er staan nog net geen borden bij de ingang van de ziekenhuizen met: “Ongevaccineerden achter aansluiten”. Dat schijnt ethisch niet verantwoord te zijn. Het zou leiden tot een ongewenste tweedeling in de maatschappij. Ongevaccineerden zijn kennelijk heilig. Daarom moeten we toelaten dat het ongevaccineerde deel van het volk onder invloed van geloof in een god die niet bestaat, fake news, complot-theorieën en wantrouwen in wetenschap en in de overheid het virus in de kaart speelt, hun naasten willens en wetens ernstig ziek laten worden, de zorg laat vastlopen en een gevaar zijn voor de samenleving. “Een verschrikkelijk dilemma” noemen Rutte en De Jonge het, alsof er niet allang op bijna elk gebied tweedeling in de maatschappij bestaat. Alsof het niet de normaalste zaak van de wereld is dat we mensen die een gevaar zijn voor de samenleving hun vrijheden ontnemen. Iemand die uit vrije keus met alcohol op achter het stuur zit en anderen de dood in jaagt, krijgt zelfs een zware straf en moet het rijbewijs inleveren. Hoe zo dilemma?


Gelukkig hebben we er dankzij de levende taal iets op gevonden. We noemen het “2G beleid”. Dat is geen vrijheidsbeperking van gewetensbezwaarden maar een middel om de “heiligen” tegen besmetting van zichzelf te beschermen. Dat lijkt heel anders. We zullen zien of het werkt.

 

Doctor Anders