Het zal de trouwe Kleplezers zijn opgevallen, dat drie columnisten nu elk om beurten hun bijdrage aan dit toonaangevende blad leveren. Dat betekent dat mijn tegendraadse mening wat minder vaak verschijnt en dat komt mij wel goed uit. Niet zozeer omdat ik vanwege de voortschrijdende leeftijd geen puf meer zou hebben om over energie en klimaat te reppen want mijn strijdbaarheid is onverminderd en wie dat wil, kan daarover mijn bijdragen lezen in de nieuwsbrief Duurzaamnieuws.nl.

Mijn columns vallen echter in het niet vergeleken met de recent opgelaaide strijdbaarheid van de jeugd. In navolging van Greta Thunberg is de massale wereldwijde beweging Friday For Future met spijbelende scholieren ontstaan. Voordat u daarover een mening zou ontwikkelen, raad ik u met klem aan eerst het boek “Ons huis staat in brand” over Greta Thunberg te lezen. Vandaag besteld, morgen in huis. 

 

Maar eerlijk is eerlijk, de ouderdom komt wel degelijk met gebreken. Zo krijg ik steeds meer moeite met namen van personen. Gelukkig is er vaak na enig peinzen nog wel een “Oh ja” effect, maar lastig is het wel en ook af en toe knap genant als ik Jan tegen Piet zeg. Dat ik soms de huissleutels kwijt ben die in de broekzak zitten, herkent u misschien evenals dat u geen van beiden verstaat als twee mensen tegelijk praten. Lastig, maar als het niet gekker wordt, valt het allemaal nog wel mee.

Gelukkig heeft een iets rijpere leeftijd ook voordelen. Door jarenlange ervaring gaan veel dingen steeds beter. Dat betreft vooral dingen die op een gegeven moment automatisch gebeuren, dus zonder er bij na te denken. Zo gaat het links/rechts/links kijken voor het oversteken van een weg geheel vanzelf net als het schakelen met het pookje in de auto, het rechts voorrang verlenen en het knopen van de schoenveters.

Automatische handelingen uit het verleden zijn echter geen garantie voor een veilige toekomst. Zo merkte ik laatst bij een trip in Engeland hoe gevaarlijk het oversteken is als alle auto’s willens en wetens aan de verkeerde kant van de weg rijden. Veranderingen van situaties waar je aan gewend bent zijn gewoon lastig. Na bijna twee jaar in mijn elektrische vehikel met automaat grijp ik nog regelmatig naar het pookje en bij het sportief nemen van een rotonde in Nijmegen ramde ik haast een fietser die, zoals bij nader inzien bleek, voorrang had. Dat hebben wielrijders overigens vrijwel overal op de vele duizenden rotondes behalve in Druten, waardoor ik in de war was. Voor het geval u het nog niet wist, in Druten, en vraag me niet welke wijsheid of moeilijk te doorgronden logica daar achter zit, hebben de fietsers op de rotondes géén voorrang op de auto’s. Dat zou u kunnen weten door goed naar beneden te kijken en de richting van de haaientanden goed tot u te laten doordringen. Een inspanning die ik echter niet echt kan aanbevelen want negen van de tien automobilisten is zo aardig om fietsers wel voorrang te verlenen, zodat je in eerste instantie voor de kat z’n kont op de rem hebt gestaan. Je communiceert dan binnensmonds met een krachtterm en naar buiten met wat beleefdheidsgebaren, tuurt door de voorruit om te zien of je die aardige mens kent en stevent dan na enig gekraak van de derailleur af op de volgende oversteek. Door de nieuwe verkeerssituatie gebeurt dat beduidend vaker. Niet alleen vanwege een extra rotonde maar ook omdat je als fietser meerdere keren extra moet oversteken. Intussen ben ik al wel zo vèr dat ik ongeveer weet via welke route ik het veiligst bij de Bogerd kan komen, maar met minder dan drie à vier keer twee rijbanen oversteken red ik het echt niet en dat betekent dat ik me bij 6 à 8 automobilisten moet afvragen, zouden ze het doen of zouden ze het niet doen? Ik hoop dat het nog went voordat ik met gekneusde ribben en geschaafde knieën op een rotonde wordt gevonden omdat ik al te oud ben om whatsappend te fietsen. Want alleen de jeugdige fietser met één hand aan het stuur en de blik op het mobiel kan er zonder meer op rekenen dat de automobilist daar altijd voorrang aan verleent. Voorrang of niet, het geeft immers een heel gedoe zo’n keind op de bumper.


Maar dit is allemaal nog niets vergeleken bij het ongemak in de geheel gerenoveerde supermarkt. Wegens mijn ingeslepen routine van tientallen jaren wist ik die paar artikelen die ik nodig heb altijd blindelings te vinden. Die tijd is voorbij en vanwege het gezoek door de gangen kom ik van alles tegen wat niet op mijn lijstje staat. Ik heb ervaren dat dit het leven aanzienlijk duurder maakt. Ik ben niet de enige, ik kom ook veel andere wanhopig zoekende klanten tegen. Dit schijnt te zijn voorzien en waarschijnlijk zijn daarom de paden extra verbreed. Ik heb ook gemerkt dat veel mensen, die elkaar even een paar dagen niet gezien of gewhatsappt hebben, elkaar al zoekend ontmoeten en dan een spontaan praatje gaan maken. Kei-gezellig natuurlijk, maar knap lastig als je er niet omheen kunt of als het gezochte artikel zich achter hun ruggen bevindt.

Ik weet niet of het de wijsheid der jaren is, maar ik vind verbeteringen prima, zolang als het maar geen veranderingen zijn.

 

Doctor Anders